Shop Doneer

Opstandingsleven in een sterfelijk lichaam

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 209

Immers, zovelen als er door de Geest van God geleid worden, die zijn kinderen van God.
(Romeinen 8:14)
De juiste plaats én de juiste tijd
De voortdurende leiding van God in het leven van de gelovige opent de weg voor nog een andere voorziening van Zijn Geest: overvloedig leven voor zijn hele persoonlijkheid. De relatie tussen Gods leiding en dit overvloedige leven wordt prachtig beschreven in Jesaja 58:11: En de HEERE zal u voortdurend leiden, Hij zal uw ziel in dorre streken verzadigen, uw beenderen kracht geven; u zult zijn als een bevloeide tuin, als een ​waterbron waarvan het water nooit ontbreekt.
Jesaja schildert hier iemand die voortdurend zo door God geleid wordt, dat hij een bron van leven in zich heeft, die door zijn hele persoonlijkheid stroomt en zowel zijn ziel als zijn lichaam verfrist en vernieuwt.
In het Nieuwe Testament volgt Paulus dit overvloedige leven tot aan de bron: de Heilige Geest die in de gelovige woont. In Romeinen 1:4 zegt hij van Jezus Christus: Wat de Geest van heiliging betreft, is met kracht bewezen dat Hij de Zoon van God is, door Zijn opstanding uit de doden, namelijk Jezus Christus, onze Heere.
Het was ‘de Geest van heiliging’ - een Hebreeuwse uitdrukking voor ‘de Heilige Geest’ - die het dode lichaam van Jezus deed opstaan uit het graf en daarmee Zijn bewering dat Hij de Zoon van God was, waarmaakte.
In Romeinen 8:11 openbaart Paulus dat de Heilige Geest dezelfde bediening heeft voor iedere gelovige in wie Hij woont: En als de Geest van Hem Die Jezus uit de doden opgewekt heeft, in u woont, zal Hij Die Christus uit de doden opgewekt heeft, ook uw sterfelijke lichamen levend maken door Zijn Geest, Die in u woont.
Deze bediening van de Heilige Geest krijgt haar volle en uiteindelijke uitwerking bij de eerste opstanding, als Hij de rechtvaardige doden zal opwekken met hetzelfde soort onsterfelijk lichaam als Jezus. Maar dit werk van de Heilige Geest heeft ook een tussentijdse taak in het huidige tijdperk. Ook nu al verleent de Geest van God het lichaam van de gelovige waarin Hij woont een mate van goddelijk leven en gezondheid, die voldoende is om de satanische invloeden van kwalen, ziekten en gebreken een halt toe te roepen en uit te sluiten.
In Johannes 10:10 vermeldt Christus het machtige doel waarvoor Hij was gekomen: Ik ben gekomen, opdat zij leven hebben en overvloed hebben.
Het is Gods bedoeling dat dit goddelijke, overvloeiende, overvloedige leven uit God niet alleen voldoende zal zijn voor de geestelijke behoeften van de innerlijke mens - dat is de geestelijke natuur van de mens - maar ook voor de fysieke behoeften van de uiterlijke mens - dat is het fysieke lichaam van de mens.
In dit huidige tijdperk heeft de gelovige nog niet Zijn opstandingslichaam ontvangen, maar hij heeft wel deel aan opstandingsleven in een sterfelijk lichaam.
Dank U wel Heer Jezus, dat ik nu, in dit leven al deel mag hebben aan het eeuwige leven door Uw Geest, zodat mijn leven een getuigenis is van Uw grootheid. En waar mijn fysieke lichaam nog lijdt onder gebreken, vraag ik U het op te richten in de kracht van Jezus. Amen.