Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

Pas vervuld nadat Jezus verheerlijkt was

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 163

Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden, want er staat geschreven: Vervloekt is ieder die aan een hout hangt, opdat de zegen van Abraham in Christus Jezus tot de heidenen zou komen, en opdat wij de belofte van de Geest zouden ontvangen door het geloof.
(Galaten 3:13-14)
Pas vervuld nadat Jezus verheerlijkt was
Het rechtstreekse verband tussen de hemelvaart van Jezus en de uitstorting van de Heilige Geest met Pinksteren wordt ontvouwd in Johannes 7:37-39:
En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken. Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn buik vloeien. (En dit zei Hij over de Geest, die zij die in Hem geloven, ontvangen zouden; want de Heilige Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was.)
De eerste twee verzen in dit gedeelte bevatten de feitelijke belofte van Jezus zelf, dat iedere dorstige ziel die met bijbels geloof tot Hem komt, zal worden vervuld en een kanaal wordt voor stromen van levend water. Het laatste vers van deze passage is een uitleg van de twee voorafgaande verzen, die er door de schrijver van het Evangelie aan zijn toegevoegd.
In deze uitleg wijst de schrijver op twee dingen:
1) dat de belofte van stromen van levend water betrekking heeft op de gave van de Heilige Geest.
2) dat deze gave niet geschonken kon worden terwijl Jezus zelf nog in lichamelijke gestalte op aarde was. De gave kon alleen aan de gelovigen geschonken worden nadat Jezus weer in de hemel zou zijn opgenomen en daar Zijn heerlijkheid aan de rechterhand van de Vader zou zijn binnengegaan.
Wat wordt er nu precies mee bedoeld, dat de Heilige Geest toen nog niet kon worden geschonken? Het is duidelijk dat het niet betekent dat de Heilige Geest in geen enkel opzicht op aarde aanwezig kon zijn, bewegen of werken, voordat Christus opgevaren was naar de hemel. Integendeel, direct in het begin van de Bijbel, in Genesis 1:2, lezen we al dat de Heilige Geest in de wereld aan het werk was: ...en de Geest van God zweefde boven het wateroppervlak.
Vanaf die tijd, door het hele Oude Testament heen en tot in de dagen van Christus’ aardse bediening, lezen we voortdurend over het bewegen en werken van de Heilige Geest, op veel verschillende manieren en in de wereld in z’n geheel - vooral onder het gelovige volk van God. Wat was dan het verschil tussen de manier waarop de Heilige Geest werkte, vóórdat Christus naar zijn verheerlijking in de hemel opvoer, en de ‘gave van de Heilige Geest’, die bestemd was voor gelovigen in Christus, en die ná Zijn hemelvaart het eerst door de discipelen in Jeruzalem op de Pinksterdag werd ontvangen?
Er zijn drie woorden die de kenmerkende eigenschappen van deze gave van de Heilige Geest beschrijven, en die deze onderscheiden van alle voorafgaande handelingen van de Heilige Geest in de wereld. Deze drie woorden zijn: persoonlijk; inwonend; permanent. Morgen zullen we de betekenis van elk van deze drie eigenschappen bekijken.
O, lieve Heer Jezus, dank U dat U mij diep wilt doordringen van de levensgrote betekenis van Uw hemelvaart, waardoor wij als Gods kinderen op aarde de beschikking kregen over de vervulling met Uw eigen heilige Geest. Dank U voor dit wonder!