De komende periode zullen we kijken naar negen omwisselingen die plaatsvonden, toen Jezus als het ware met ons van plaats ruilde door in onze plaats te sterven aan het kruis. Wij mogen vanaf dat moment aanspraak maken op alle zegen en heerlijkheid die Hem - als zondeloos, rechtvaardig Offerlam - rechtens toebehoren. Allereerst zullen we kijken naar de pogingen van satan, om christenen hierover onwetend te houden en hen op te zadelen met schuldgevoel. Daarom moeten we leren hoe we onze beschuldiger overwinnen. Die overwinning is gebaseerd op het derde aspect van de goddelijke omwisseling: de omwisseling van onze zonde voor Zijn eeuwige rechtvaardigheid. Dit is ook zo'n waarheid die massa's christenen nog niet ten volle begrijpen, waardoor ze beroofd blijven van een groot deel van hun geestelijke erfenis. Om het echt te doorgronden, moeten we echter allereerst onderscheid maken tussen zonden (meervoud) en zonde (enkelvoud). Zonden zijn de zondige daden die we hebben gedaan. Jezus werd gestraft voor deze zondige daden, zodat wij er vergeving voor kunnen ontvangen. Zonde, zonder -n, is de kwaadaardige kracht of onze oude, boze natuur, die ons ertoe aanzet om zonden te begaan. Tot het moment dat met deze boze kracht van zonde is afgerekend, is onze verlossing niet compleet. Laten we daarom opnieuw terugkeren naar het grote hoofdstuk over verzoening, Jesaja 53: Maar het behaagde de Here hem te verbrijzelen, Hij maakte hem ziek. Wanneer hij zichzelf ten schuldoffer gesteld zal hebben, zal hij nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des Heren zal door zijn hand voortgang hebben. (vers 10) Wat een heerlijke, heldere voorspelling van Jezus' opstanding! Nadat Hij tot een schuldoffer is gemaakt, zal de lijdende dienstknecht volgens de Bijbel nakomelingen zien en een lang leven hebben en het voornemen des Heren zal door zijn hand voortgang hebben. Dat zou nooit kunnen gebeuren als Jezus dood zou zijn gebleven! Maar laten we ons richten op de uitspraak dat God de Vader Jezus tot een schuldoffer (of zondeoffer) heeft gemaakt. Het sleutelwoord is hier 'schuld'. We moeten altijd onthouden dat de offers uit het Oude Testament slechts een voorafschaduwing waren van wat God later zou gaan doen door het offer van Jezus. Als iemand onder het oude verbond een bepaalde zonde had begaan, dan moest hij daarvoor een passend offer brengen. Die persoon moest dat offer (of het nu ging om een stier, een geit of schaap) naar de priester brengen in de tabernakel en zijn zonde belijden. Daarna legde de zondaar zijn hand op de kop van het offerdier en met die handeling legde hij symbolisch zijn eigen zonde op het dier. Nadat de zonde was overgedragen, zou hij de straf eisen van het dier, en niet van zichzelf, door het dier te doden. Het dier betaalde in zekere zin de straf voor de zonde van die persoon. Dit alles is een beeld van wat er gebeurde toen Jezus aan het kruis werd geslagen. God de Vader bracht alle zonde van de mensheid over op de ziel van zijn Zoon. Jesaja doet een geweldige uitspraak, die niemand ooit ten volle zal kunnen bevatten: Hij heeft zichzelf ten schuldoffer gesteld. Jezus werd een schuldoffer voor de totale mensheid! Dit mogen jij en ik ons persoonlijk aantrekken! |