We richten ons nu op andere gedeelten in het Nieuwe Testament die heiligheid benadrukken. We beginnen met wat Paulus geschreven heeft. Allereerst 2 Korinthe 7: Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen van alle bezoedeling van vlees en geest, ('van elke smet naar lichaam en geest', WV) en de heiliging volbrengen in het vrezen van God. (vers 1) In dit vers legt Paulus bij de gelovigen in Christus de uitdaging neer dat we onszelf moeten reinigen. De verantwoordelijkheid daarvoor wordt duidelijk op ons gelegd. Het is iets wat wij moeten doen. We moeten heiligheid volbrengen in de vreze van God. Ook schetst dit gedeelte twee soorten van bezoedeling waar we ons van moeten reinigen: de bezoedeling van het vlees en de bezoedeling van de geest. Bezoedeling van het vlees verwijst duidelijk naar vleselijke zonden, zoals hoererij, dronkenschap, godslastering, enzovoort. Maar bezoedeling van de geest gaat om de verboden interacties met het rijk van satan: het zoeken naar de occulte, bovennatuurlijke, satanische krachten in de vorm van waarzeggerij, wichelarij, hekserij, toverij en afgoderij. De Bijbel geeft aan dat dit soort interactie geestelijk overspel is (zie bijvoorbeeld 1 Korinthe 10:19-23). In de ogen van God is dit zelfs veel ernstiger dan lichamelijk overspel. De Bijbel zegt hier dat we in het licht van Gods beloften onszelf moeten reinigen op beide gebieden, het gebied van het vlees en het gebied van de geest. Door onszelf te reinigen, volbrengen we de heiliging in het vrezen van God. Let op het eerste woord van 2 Korinthe 7:1 'Omdat...'. Als er staat 'omdat' of 'daarom' moet je altijd zien te ontdekken 'waarom'. In het bovenstaande vers verwijst het woordje 'daarom' naar Gods beloften in het Oude Testament, die worden geciteerd aan het einde van 2 Korinthe 6. De laatste twee verzen van dat hoofdstuk zeggen: Ga daarom uit hun midden weg en zonder u af, zegt de Heere, en raak het onreine niet aan, en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot een Vader zijn, en u zult Mij tot zonen en dochters zijn, zegt de Heere, de Almachtige. (2 Korinthe 6:17-18) De voorwaarde voor God om ons aan te nemen, is dat we ons afzonderen en niet aanraken wat onrein is. Dan gaat Paulus, zoals we eerder zagen, verder door te zeggen: Omdat wij dan deze beloften hebben, geliefden, laten wij onszelf reinigen... en de heiliging volbrengen in het vrezen van God.(2 Korinthe 7:1) Met andere woorden, op basis van Gods beloften en voorwaarden, moeten we heiligheid volbrengen in onze levens, als een zichtbaar teken van onze eerbied voor God. |