Al van voor de bergen geboren waren
en U de aarde en de wereld voortgebracht had,
ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God.
U doet de mens terugkeren tot stof
en zegt: Keer terug, mensenkinderen.
Want duizend jaren zijn in uw ogen
als de dag van gisteren, wanneer die voorbij is,
of als een wake in de nacht.
(Psalm 90: 2, 4)
Er bestaat een verschil tussen tijd en eeuwigheid. Niet alleen een verschil in tijdsduur, maar een verschil in soort. De bergen werden geboren. De aarde en de wereld werden voortgebracht.
Dat alles wordt in deze psalm gezegd in de verleden tijd. Wanneer de psalmist zich echter tot God wendt, dan zegt hij: ...van eeuwigheid tot eeuwigheid bent U God. Hij zegt niet: '...was U God', maar 'bent U God.' In God ontmoeten verleden, heden en toekomst elkaar. Hij is en Hij was en Hij komt (Openbaring 1:4). God woont niet in de tijd, nee, Hij bewoont de eeuwigheid.
Eeuwigheid is niet slechts een heel lange tijdsperiode; het is een andere manier van bestaan. Het is iets wat tot een andere wereld, een andere dimensie behoort, iets wat hoger is dan de tijd. Bij God is het altijd 'U bent'. Zijn naam is immers 'Ik ben' (Exodus 3:14). God aanschouwt de tijd vanuit de sereniteit en de hoogten van de eeuwigheid. Vanuit dat oogpunt zijn duizend jaren bij God als de dag van gisteren wanneer die is voorbijgegaan. En ze is volgens deze psalm ook als een nachtwake...
Om dit goed te begrijpen is het belangrijk om het volgende te begrijpen: In de tijd van de Bijbel werd de nacht verdeeld in vier nachtwaken van elk drie uur. Bij God zijn duizend jaren dus hetzelfde als drie uur in onze ervaring.
God nodigt ieder van ons uit om Hem persoonlijk te kennen en Hij opent voor ons een deur waardoor we van de tijd overgaan in de eeuwigheid. We zijn als lichamelijke wezens nog steeds gebonden aan de beperkingen van de tijd, maar onze geesten vinden hun ware woonplaats in de eeuwigheid.
En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die U gezonden hebt (Johannes 17:3)