Shop Doneer

Uitmuntend in het goede

Leestijd: 3 min.
Thema: De eerste mijl

We overdenken nog eens Jezus’ opmerking over de eerste en tweede mijl en zoomen in op de vraag: hoe verhoudt liefde zich tot plicht? We constateerden al dat echte liefde pas in werking komt als we voldaan hebben aan onze wettelijke, morele en ethische verantwoordelijkheden. Liefde die hieraan voorbijgaat, is ‘slordige liefde’ of nepliefde.
(Onderstaande is een toevoeging van DPM Nederland)
De brief van Paulus aan de Romeinen bevat in de eerste acht hoofdstukken een prachtige, systematische uitleg van de zonde, onze wedergeboorte en redding door de Heer Jezus Christus en hoe Hij ons als kinderen van God heeft teruggebracht in de liefde van de Vader. In hoofdstuk 9, 10 en 11 gaat het vervolgens over ‘onze oudere broer Israël’, die wij tot jaloersheid mogen wekken door onze liefde en de eer die wij hen betonen vanwege onze redding. De resterende hoofdstukken van de brief gaan vervolgens over de vorming van ons karakter en onze praktische leefstijl als discipelen van Jezus. En in hoofdstuk 16:19 vinden we een aansporing die prachtig aansluit bij ons thema van ‘de eerste mijl’. Want uw gehoorzaamheid is bij allen bekend geworden. Over u verblijd ik mij dus, doch ik wil, dat gij niet alleen wijs zijt tot het goede, maar ook onbesmet van het kwade. Een populaire Engelse vertaling zegt hier: Be excellent at what is good and innocent of evil. Vrij vertaald is dit: Munt uit in het goede en wees onschuldig aan het kwade. Vanuit Gods liefde zijn we hiertoe in staat, en hoeven we geen genoegen te nemen met ‘slordige liefde’, die niet strookt met het karakter van een volmaakte God van liefde.(Tot hier de toevoeging redactie DPM)
Er zijn heel wat gebieden waarop we dit principe zouden kunnen toepassen in ons dagelijks leven als christen. In de komende dagen zullen we kijken naar enkele veel voorkomende voorbeelden die ik onder christenen heb waargenomen.
Op een gegeven moment werkte ik samen met een kerk die erg trots was op haar zendingsprogramma. Het was een tamelijk kleine gemeente, die echter een indrukwekkend grote betrokkenheid had bij zendelingen en zendingsprojecten. Een prediker die gespecialiseerd was in het promoten van zending werd uitgenodigd voor een twee weken durende campagne, en hij zou zelf een honorarium ontvangen van tien procent van al het zendingsgeld dat zou worden toegezegd voor de zending.
In die twee weken durende campagne werd maar liefst $ 50.000 toegezegd, dus de betreffende prediker had niets te klagen, want zijn honorarium bedroeg ruim $ 5000,- voor twee weken bediening! Sommige van de toegezegde bijdragen kwamen vervolgens echter zeer traag binnen en sommige helemaal niet. Op een gegeven moment betaalde de kerk de beloofde $ 50.000 (inclusief het honorarium van $ 5.000) voor een groot deel uit eigen middelen. Uiteindelijk sprak ik de gemeente aan op deze manier van doen en zei: ,,Als we nu zeggen dat wij al dit geld aan de zending geven, dan houden we onszelf voor de gek. Dit geld is eigenlijk van onze schuldeisers. We ontnemen hen het geld waar ze recht op hebben, om daarmee zending te financieren. Dat is oneerlijk en niet zuiver.
We offeren aan de ‘afgod’ van ‘ zending-in-verre landen’, terwijl we in ons thuisland niet voldoen aan onze gewone, wettelijke verplichtingen. Een vergelijkbaar voorbeeld op individueel niveau is bijvoorbeeld wanneer christenen ruimhartig giften toezeggen of overmaken voor zendingsorganisaties, maar intussen leven met grote schulden. Soms is het veel gemakkelijker om je bezig te houden met een zendingsveld ver weg, dan je geloof handen en voeten te geven in je eigen, directe omgeving. Niet voor niets zegt Spreuken: De ogen van een dwaas dwalen tot het einde der aarde (Spreuken 17:24). Laten we in de woorden van Romeinen 16 wijs zijn tot het goede.

Heer, help mij om nuchter en wijs om te gaan met de middelen die U me heeft toevertrouwd, en trouw en accuraat te zijn in de financiële toezeggingen die ik doe, nadat ik eerst in mijn directe omgeving zorg heb gedragen voor mijn gewone verplichtingen. In Uw kracht wil ik ‘uitmunten in het goede’, Heer. Amen.