I.v.m. de kerstvakantie worden er tussen 24-12-2024 en 3-1-2025 geen bestellingen verstuurd. Bestel snel jouw items!

sluit
Shop Doneer

Vertrouwen moet groeien

Leestijd: 3 min.
Vertrouwen is net als alle andere vruchten van de Geest. Het moet gekweekt worden en gaat door allerlei groeifases voordat het volwassenheid bereikt. De ontwikkeling van vertrouwen wordt mooi beschreven in Davids woorden uit Psalm 62. In vers 3 zegt hij: "Hij (God) is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting, ik zal niet al te zeer wankelen. "Maar in vers 7, nadat hij opnieuw zijn vertrouwen in God belijdt, zegt hij: "ik zal niet wankelen. "Tussen vers 2 en vers 7 is David gegroeid van 'niet al te zeer wankelen' naar helemaal niet wankelen. We moeten tegen onszelf net zo eerlijk zijn als David was. Voordat ons vertrouwen tot volwassenheid is gekomen, is vaak het beste wat we kunnen zeggen: ,,Ik zal niet te zeer wankelen!'' In dat stadium zullen moeilijkheden en tegenstand ons aan het wankelen brengen, maar ze zullen ons niet overmeesteren. Als we echter blijven volharden in het ontwikkelen van vertrouwen, dan zullen we in het stadium komen dat we kunnen zeggen: Ik zal niet wankelen - punt! Niets zal ons verder meer aan het wankelen kunnen brengen - laat staan ten val brengen of overmeesteren. Vertrouwen van dit soort ligt eerder in het gebied van de geest dan in de emoties. Ter illustratie wenden we ons nog een keer naar het persoonlijke getuigenis van David. In Psalm 56:4 zegt hij tegen de Heer: "Op de dag dat ik vrees, vertrouw ik op U." Hier erkent David twee invloeden die allebei in hem werkzaam zijn en die met elkaar in conflict staan: vertrouwen en angst. Maar angst en onzekerheid liggen aan de oppervlakte, namelijk in de emoties; vertrouwen ligt dieper, in de geest. Volwassen vertrouwen is als een diepe, krachtige rivier, die onherroepelijk zijn weg zoekt naar de zee en niet te stoppen is. Bij tijden kan wind van angst of twijfel tegen de stroming van de rivier in waaien en aan de oppervlakte schuimende golven opwerpen. Maar deze wind kan de voortdurende onderstroom van het water niet van koers veranderen of hinderen. Dit water volgt het pad dat door de bedding van de rivier is vastgesteld en dat het zal brengen naar het vastgestelde einde: de zee. Vertrouwen in zijn volle rijpheid wordt prachtig beschreven door Paulus in 2 Timotheüs 1:12: "Daarom onderga ik ook deze dingen. Maar ik schaam mij niet, want ik weet Wie ik geloofd heb, en ik ben er van overtuigd dat Hij bij machte is mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot die dag." Paulus was zwak en op leeftijd, een geboeide gevangene in een Romeinse kerker. Daar wachtte hij op een oneerlijk vonnis en een terechtstelling onder de handen van een wreed en goddeloos dictator. Toch klinkt uit zijn woorden een zuiver en onwankelbaar ver­trouwen: "Ik schaam mij niet... ik weet... ik heb geloofd... ik ben ervan overtuigd." Over de horizon van de tijd heen, ziet hij uit naar een onbewolkte dag - 'die dag' - de dag dat een andere, rechtvaardige Rechter hem zal belonen met "de krans van de rechtvaardigheid" (zie 2 Tim. 4:8). Net als voor David, was Paulus vertrouwen het resul­taat van een daad van toevertrouwen. In zijn eigen woorden vinden we dit zelfs terug: "dat Hij bij machte is mijn pand, bij Hem weggelegd, (hetgeen ik Hem heb toevertrouwd) te bewaren... "(2 Tim. 1:12)

Opnieuw zien we: 'vertrouwen' is het resultaat van 'toevertrouwen'. Al jaren daarvoor had Paulus zichzelf onherroepelijk en onvoorwaardelijk aan Christus toevertrouwd. Als resultaat daarvan brachten beproeving en lijden lang­zaam maar zeker een steeds dieper vertrouwen voort, dat nu tot volle rijpheid was gekomen.
Heer Jezus, ik wil groeien in vertrouwen. Dank U wel dat ik, net als David, dat proces mag gaan waarbij ik leer om niet meer te wankelen. Ik vertrouw mijzelf, net als Paulus, onherroepelijk en onvoorwaardelijk aan U toe.