Volgens Hebreeën 10:22 moeten we aan vier eisen voldoen om de troon van genade in het allerheiligste te naderen. Ten eerste moeten we komen met een oprecht hart, ten tweede met volle zekerheid van het geloof, ten derde moet ons hart gereinigd worden van een slecht geweten en in de vierde plaats moet ons lichaam gewassen worden met rein water. We bekijken deze vier eisen een voor een: 1. Een waarachtig hart: We naderen God met ons hart, niet met ons hoofd. God leent zich niet als antwoord op een intellectueel raadsel, maar een oprecht en verlangend hart zal Hij altijd tegemoet komen. We moeten komen zonder pretenties, helemaal open voor God, zonder iets achter te houden. 2. Volle zekerheid van het geloof: In Hebreeën 11:6 staat: Maar zonder geloof is het onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven (...) We moeten komen met absoluut geloof in Gods trouw - geen geloof in onze kunde of eigen rechtvaardigheid. 3. Ons hart gereinigd van een slecht geweten: Een schuldig geweten krijg je van verkeerde, zondige daden. Maar door de sprenkeling van het bloed van Jezus hebben we de zekerheid dat onze verkeerde daden zijn vergeven en dat onze harten schoon zijn van zonde. 4. Ons lichaam gewassen met rein water: In 1 Johannes 5:6 staat dat Jezus kwam door water en bloed. In Hebreeën 10:22 zien we dezelfde elementen terug: het bloed dat ons reinigt van een slecht geweten en het water dat ons lichaam wast. Ik geloof dat dit water staat voor de christelijke doop. In het Nieuwe Testament houdt de doop in dat we delen in de dood, begrafenis en opstanding van Jezus Christus. De nieuwe en levende weg die in Hebreeën 10:20 wordt genoemd is dus Jezus. We moeten ons met Hem identificeren in zijn lijden en sterven voor onze zonden, en in zijn opstanding uit de dood. |