Vanwege de vakantieperiode zijn we telefonisch beperkt bereikbaar en kan het verwerken van jouw bestelling wat langer duren. Bedankt voor je begrip!

sluit
Shop Doneer

Vraag in overeenstemming met het Woord van God

Leestijd: 3 min.

De laatste van de basisvoorwaarden voor verhoord gebed is bidden in overeenstemming met Gods Woord. Het gaat bij gebed namelijk om de wil van God. Als ik bid in overeenstemming met Gods wil, dan weet ik dat God me hoort. En als ik weet dat God me hoort, dan weet ik dat ik ontvang wat ik heb gevraagd. (Zie Markus 11:24 en 1 Johannes 5:15)

Hoe weet ik wat de wil van God is? Waar wordt Gods wil geopenbaard? Het antwoord is: in Zijn Woord. Het Woord van God staat van begin tot eind vol met goddelijke beloften. De apostel Petrus noemt hen de grootste en kostbare beloften (2 Petrus 1:4). Deze beloften van God zijn de wil van God. Dus als je een belofte vindt die te maken heeft met jouw situatie en tegemoetkomt aan jouw nood, dan is die belofte Gods wil voor jou. Stel je voor dat je naar Hem toe zou gaan en zou zeggen: „Heer, U heeft het beloofd.” Dan zou Hij niet zeggen: „Ja, Ik heb het beloofd, maar het is niet Mijn wil.”

Deze laatste voorwaarde is het grote geheim van ons gebedsleven: We bidden naar de wil van God zoals Hij die heeft geopenbaard in zijn Woord. We kijken vandaag naar een voorbeeld uit het Oude Testament en morgen naar een voorbeeld uit het Nieuwe Testament.

In 1 Kronieken vinden we een gebeurtenis uit het leven van David. Hij was succesvol in de strijd, hij had vrede, overvloed, een prachtig huis. Toen besefte hij: Ik verblijf in een huis van cederhout, maar de ark van het verbond van de HEERE onder tentkleden (1 Kronieken 17:1). Dus zei hij tegen de profeet Nathan: „Ik ga een huis bouwen voor de ark van de Heer.” Nathan zei: „Dat is een geweldig idee. Ga je gang.” Maar die nacht sprak God tot Nathan: “Zeg tegen Mijn knecht David: Je mag geen huis voor Mij bouwen, jouw zoon zal dat doen. Maar Ik Zelf bouw voor jou een huis.” Is dat niet geweldig? Met het woord ‘huis’ in de Bijbel wordt niet in de eerste plaats een gebouw bedoeld, maar een gezin, een familie. God beloofde David dat zijn nageslacht, zijn familielijn, zou voortduren, en ook dat één van zijn zonen op de troon zou zitten en zou heersen over heel Israël en over alle naties voor eeuwig.

Toen David deze boodschap kreeg, ging hij de heilige tent binnen en nam plaats voor het aangezicht van de HEERE (1 Kronieken 17:16). Ik hou van die beschrijving: plaatsnemen, zitten, voor de Heer. Als ik te lang kniel, wordt het al snel tamelijk oncomfortabel. Er staat nergens in de Bijbel dat we alleen knielend kunnen bidden. We mogen plaatsnemen, zitten.

Dus David ontspande zich bij de almachtige God en zei zoiets als: „God, U bent zo goed voor me geweest, ik wil tijd nemen om U te danken en te eren voor Uw goedheid.” Toen zei David: Nu dan, HEERE, laat dit woord dat U over uw dienaar en over zijn huis gesproken hebt, voor eeuwig bewaarheid worden, en doe zoals U gesproken hebt.’ (1 Kronieken 17:23).

Deze vijf woordjes bevatten de essentie van effectief gebed. ‘Doe zoals U gesproken hebt.’ Als God gezegd heeft dat Hij het zal doen en je vraagt Hem om het te doen, dan mag je weten dat Hij het ook gaat doen!

David had ook het juiste motief: Doe zoals U gesproken hebt. Ja, laat het bewaarheid worden, en laat uw Naam tot in eeuwigheid groot gemaakt worden (1 Kronieken 17:24). David vroeg niet om zelf groot gemaakt te worden, maar dat de Naam van de Heer grootgemaakt zou worden. Dit is een perfect patroon voor ons gebed.

Gebed van de dag

Vader, dank U wel voor Uw Woord. Wilt U mij leren om Uw wil te zoeken in Uw Woord. Uw beloften zijn de openbaringen van Uw wil. Ik zeg net als David: Doe zoals U gesproken hebt. Ja, laat het bewaarheid worden, en laat uw Naam tot in eeuwigheid groot gemaakt worden”.