Vraag om de Heilige Geest
Leestijd: 2 min.
|
Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden?
(Lukas 11:13, HSV)
Vraag om de Heilige Geest
Wij zijn nu nagegaan wat er gebeurde bij de vier groepen mensen die we in het Nieuwe Testament zijn tegengekomen: de apostelen; de mensen in Samaria; de discipelen in Efeze; Cornelius en zijn huis. Van drie van deze vier groepen zagen we duidelijk dat ze bekeerd waren en volgelingen van Jezus waren geworden, voordat ze de Heilige Geest ontvingen. Het ontvangen van de Heilige Geest was voor hen een afzonderlijke en op de bekering volgende ervaring. Los van de geschiedenis van Cornelius en zijn huisgezin, is er geen ander geval beschreven waarin mensen de Heilige Geest hebben ontvangen op hetzelfde moment als dat zij in Christus gingen geloven. Daarom mogen we concluderen dat de ervaring van Cornelius en zijn huisgenoten in dit opzicht eerder een uitzondering is dan de regel. Op grond van deze zorgvuldige bestudering van de Nieuwtestamentische gegevens komen we nu tot de volgende conclusies: 1) Het is normaal dat een christen de Heilige Geest ontvangt als een op zichzelf staande ervaring, volgend op de bekering. 2) Zelfs als iemand de Heilige Geest tegelijk ontvangt met zijn bekering, dan blijft het ontvangen van de Heilige Geest logischerwijs toch een ervaring die van de bekering verschilt. 3) Of iemand de Heilige Geest nu ontvangt op het moment dat hij zich bekeert, of dat dit volgt na zijn bekering, het bewijs dat die persoon de Heilige Geest heeft ontvangen blijft hetzelfde: die persoon spreekt in tongen, zoals de Heilige Geest het geeft uit te spreken. 4) Als logische consequentie van het voorafgaande: het feit dat iemand waarachtig bekeerd is en een ware christen is geworden, is er op zichzelf nog geen bewijs van dat die persoon de Heilige Geest heeft ontvangen. Deze conclusie wat betreft de verhouding tussen de bekering en het ontvangen van de Heilige Geest is voornamelijk gebaseerd op een studie van het boek Handelingen. Dit alles is echter volkomen in overeenstemming met wat Jezus zelf over dit onderwerp leert in de Evangeliën. In Lukas 11:13 zegt Jezus bijvoorbeeld tegen Zijn discipelen: Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden? Wat deze tekst leert is dat God, als een hemelse Vader, de Heilige Geest aan Zijn gelovige kinderen wil geven als ze Hem daarom vragen. Iemand moet zich echter eerst bekeren en zijn vertrouwen stellen op de Here Jezus Christus om een kind van God te worden. Jezus leert niet dat we de Heilige Geest ontvangen bij onze bekering, maar dat het veeleer een gave is waar iedere gelovige daarna om mag vragen, zoals een kind om iets vraagt aan zijn vader. Het is niet bijbels wanneer een christen veronderstelt of beweert dat hij automatisch de gave van de Heilige Geest bij zijn bekering ontvangen heeft, zonder daarom te hebben gevraagd. |
Hemelse Vader, ook ik wil niet automatisch veronderstellen dat ik op basis van mijn bekering – die overigens Uw Geest in mij heeft bewerkt – automatisch ook de doop in de Heilige geest heb ontvangen op de manier die we hebben bestudeerd. Daarom vraag ik U Heer, vul mij ook vandaag weer opnieuw met Uw Geest! Amen.