Shop Doneer

Vrolijk geven

Leestijd: 2 min.
Er zijn volgens mij drie niveaus van voorziening: tekort, voldoende en overvloed. Onvoldoende betekent dat je niet genoeg hebt voor wat jij zelf nodig hebt. Als je voor 50 euro aan boodschappen nodig hebt en je hebt maar 40 euro, dan doe je je boodschappen vanuit een tekort. Als je precies 50 euro hebt, dan doe je je boodschappen vanuit voldoende middelen. Maar als je 60 euro hebt, dan doe je inkopen vanuit overvloed. Het woord overvloed stamt af van een Latijns woord dat 'een golf die overstroomt' betekent (dit vinden we ook terug in het Nederlandse woord 'overvloed', red.). Je hoort een mens te zijn die wordt overstroomd door een golf van God. Waarom wil God dat Zijn kinderen overvloed kennen? Luister eens naar wat Paulus zegt tegen de oudsten van de gemeente in Efeze: Ik heb u in alles getoond, dat men door zo te arbeiden zich de zwakken moet aantrekken en zich de woorden van de Here Jezus herinneren, die zelf gezegd heeft: Het is zaliger te geven dan te ontvangen. (Hand. 20:35) God heeft geen lievelingetjes, en Hij voorziet overvloedig, zodat we niet alleen ontvangen maar ook geven, en zodoende een nog grotere zegen zullen ontvangen. Ik geloof niet dat God ook maar één van zijn kinderen die grotere zegen van het geven wil onthouden. Geven is een belangrijk onderdeel van ons leven als christen. Dit betekent niet dat we allemaal grote bedragen moeten geven. Maar God beval zijn volk Israël in het Oude Testament: Men zal niet met ledige handen voor mijn aangezicht verschijnen (Ex. 34:20). En Psalm 96:8 zegt: Geeft de Here de heerlijkheid van zijn naam, brengt offer en komt in zijn voorhoven. Kom niet met lege handen voor God, maar onthoud ook goed dat God niet zit te wachten op jouw 'fooi'! Als de offermand langskomt, zoek dan niet in je zak naar het kleinste muntstuk dat daar toevallig nog inzit. Daarmee eer je God niet. Je bent niet verplicht om te geven, maar als je geeft, doe het dan op een manier die Hem werkelijk eer bewijst. Onthoud dat geven een vorm is van aanbidding. Als we ons geven niet zien als een daad van aanbidding, dan kunnen we beter helemaal niet geven. In de vijf jaar die ik in Afrika doorbracht, zag ik dat als God mensenharten aanraakt, ze met liefde en blijdschap geven. De Bijbel zegt dat God de 'vrolijke' of 'blije' gever liefheeft (dit is een letterlijke vertaling van 2 Kor. 9:7). Ik heb in Afrika heel wat van die vrolijke gevers gezien. Omdat de meeste van hen maar weinig geld hadden, marcheerden of dansten ze naar voren met bijvoorbeeld een offerande van koffiebonen op hun hoofd. Later raakte God hen opnieuw aan en kwamen ze nog eens naar voren, dit maal met bijvoorbeeld maïskolven. En als God hen dan nog eens aansprak in hun hart, dan kwamen ze naar voren met een levende kip! Hun geven was echt een vrolijke gebeurtenis.


Hemelse Vader, ook ik wil vanuit blijdschap aan U geven, en helpen Uw Koninkrijk op te bouwen door ook mijn middelen (die ik immers sowieso al van U heb gekregen...) aan U terug te geven, zodat Uw naam wordt verheerlijkt. Dank U voor Uw voorziening in mijn leven!