Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

Vrouwen en kinderen eerst

Leestijd: 2 min.
Thema: De eerste mijl

In zijn eerste brief aan Timoteüs behandelt Paulus systematisch de verantwoordelijkheden die christenen hebben naar hun eigen gezin. Hij zegt in dit verband: Maar indien iemand niet zorgt voor de zijnen, en nog wel voor zijn gezinsleden, dan heeft hij het geloof verloochend en is hij erger dan een ongelovige (1 Timoteüs 5:8, NKJV).
In elk gezin ligt de eerste verantwoordelijkheid voor zorg en voorziening gewoonlijk bij de vader. Dit houdt veel meer in dan alleen maar het voorzien in voedsel, kleding en geld. In Efeze 5:25-28 vergelijkt Paulus de relatie tussen Christus en de kerk met die tussen man en vrouw. Zoals Christus de kerk heiligt met het zuivere water van het Woord, zo is de man verantwoordelijk om de reinigende, zuivere waarheid van Gods Woord aan zijn vrouw en kinderen door te geven. De vader behoort voor zijn gezin de belangrijkste bron te zijn van geestelijke waarheid.
In Efeze 6:4 legt Paulus de verantwoordelijkheid voor de geestelijke opvoeding van de kinderen heel expliciet bij de vaders: Gij, vaders, verbittert uw kinderen niet, maar voedt hen op in de tucht en in de terechtwijzing (dit woord betekent letterlijk ‘opvoeding’) des Heren. Deze tekst komt er mijns inziens op neer dat God aan vaders in hun gezin twee belangrijke bedieningen heeft gegeven waarin ze hun plaats moeten innemen: een vader is voor zijn gezin profeet en priester. Als profeet vertegenwoordigt hij God naar zijn gezin en als priester vertegenwoordigt hij zijn gezin naar God. Om deze plichten trouw te kunnen vervullen, zal hij een bepaalde mate van tijd en energie aan zijn gezin moeten besteden. Vele mannen falen hierin en onder hen die niet voldoende tijd investeren in hun vrouw en kinderen, bevinden zich helaas ook heel wat geestelijke leiders. Daarbij denk ik zowel aan voorgangers als aan reizende predikers. De lokale voorganger wordt soms zo in beslag genomen door vergaderingen, commissies en kerkelijke functies, dat hij nauwelijks thuis is bij zijn gezin. De rondreizende prediker doorkruist de wereld als een dolende ridder voor Christus, maar laat zijn vrouw en kinderen gefrustreerd en uiteindelijk opstandig en bitter achter, omdat hij ze verwaarloost. Ik denk aan het commentaar van een jongeman wiens ouders vele jaren zendeling waren in Afrika. Hij zei: ,,O, mijn ouders hielden zielsveel van de Afrikanen, maar niet van ons!”
We zagen al welk oordeel Gods Woord uitspreekt over een ouder die tekortschiet in deze allereerste verantwoordelijkheid: …hij heeft zijn geloof verloochend en is erger dan een ongelovige (1 Timoteüs 5:8). Kan iemand die ‘erger is dan een ongelovige’ verantwoordelijkheid dragen voor het brengen van het evangelie? Tegen de christenen in Korinthe zei Paulus: Stel uzelf op de proef, of gij wel in het geloof zijt. Onderzoekt uzelf… ( 2 Korinthe 13:5, NBG). Velen van ons vandaag – en in het bijzonder mannen - moeten zich deze waarschuwing eveneens aantrekken. Laten we - voordat we met godsdienstige clichés beginnen te schermen over ‘de tweede mijl gaan’ - eerst zeker stellen dat we de eerste mijl al zijn gegaan. Voordat we breedvoerig de liefde ter sprake brengen, moeten we heel bewust nagaan of al onze schulden al zijn betaald.

Hemelse Vader, dank U wel voor Uw kracht en inspiratie in ons leven, en dat we in Uw liefde alles hebben ontvangen wat we nodig hebben om U te vertegenwoordigen naar de kinderen – geestelijk en natuurlijk – die U aan ons heeft toevertrouwd. Dank U voor Uw overvloedige genade, Vader! Amen!