Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

Wandelen naar de mate van je geloof

Leestijd: 3 min.
Weekthema:
Een levend offer

Gisteren lazen we over het ontdekken van Gods wil, vanuit Romeinen 12:2. Vers 3 leert ons de volgende stap nadat we Gods wil hebben ontdekt:
Want door de genade die mij gegeven is, zeg ik ieder onder u niet hoger te denken dan hij moet denken, maar laat hij denken in bescheidenheid(ootmoedig en realistisch), naar de mate van geloof zoals God die aan ieder heeft toebedeeld.
God heeft jou de mate van geloof gegeven die je nodig hebt om Zijn wil te doen. Houd in gedachten dat God je niet een hoeveelheid geloof gegeven heeft die past bij andere dingen dan Zijn wil voor jou. Zodra je Gods wil gevonden hebt, is er een balans tussen Gods wil en jouw geloof. Als iemand altijd aan het worstelen is met voldoende geloof om zijn doel of opdracht te kunnen vervullen, dan kan hij bijna zeker weten dat hij of zij op dit moment niet (volledig) wandelt in Gods specifieke plan voor hem of haar. Dit Bijbelvers maakt duidelijk dat als je Gods wil gevonden hebt, je ook direct zeker mag weten dat God in jou ook de mate van geloof heeft gelegd die nodig is om de opdracht die Hij je gegeven heeft, te kunnen volbrengen.
Vele jaren geleden verhuisde mijn eerste vrouw, Lydia, naar Jeruzalem, zonder enige ondersteuning op menselijk vlak. Ze liet daarbij een stabiele, zekere toekomst met een fijn thuis en een goede baan achter in Denemarken. Eenmaal in Israël begon Lydia kleine, in de steek gelaten meisjes in huis te nemen. Uiteindelijk heeft ze ongeveer zeventig kinderen grootgebracht die anders kansloos waren geweest - en dat vrijwel zonder financiële hulp. Toen ze de eerste baby in haar huis opnam, had Lydia ongeveer zes dollar in haar portemonnee. Ze had geen wiegje en geen beddengoed. Ze deed simpelweg haar reiskoffer open, legde daar wat zachte kleren in, wikkelde de baby in een wollen trui en legde haar in de koffer. Dat is hoe Lydia haar kinderhuis begon. Vele nachten heeft ze doorgebeden, om voor de kinderen 's morgens ontbijt
te hebben.*
Toen Lydia en ik elkaar later leerden kennen en we plannen maakten om te gaan trouwen, dacht ik bij mezelf: Ik weet niet of ik wel opgewassen ben tegen zo'n soort leven. Ik weet niet of ik wel zoveel geloof heb. Ik herinner me hoe de Heer zo lief en geruststellend antwoord gaf op mijn bezorgdheid: 'Jij hebt die mate van geloof niet nodig, want ik heb jou niet gevraagd om zo'n soort leven te leiden. Ik heb jou de mate van geloof gegeven voor datgene wat ik van jou vraag.'
Lydia heeft in de jaren nadat we getrouwd waren geregeld tegen me gezegd: 'Vandaag kon ik het niet.' Waarom niet? Omdat God het op dat moment niet van haar vroeg. Wat God van je vraagt, daar geeft Hij je geloof voor. Maar als God je niet het geloof voor iets geeft, dan heeft Hij het je niet gevraagd.
Als er een constante onbalans is tussen je geloof en datgene wat je probeert te doen, let dan goed op, lieve vriend, lieve vriendin, dan kon het wel eens zijn dat je bezig bent het verkeerde voor elkaar te krijgen. Misschien komt dat doordat je Gods wil voor jou niet of niet volledig hebt gevonden. Een mogelijke reden daarvoor kan zijn dat je denken nog (meer) vernieuwd mag worden. En als dat zo is, dan is het goed om je lichaam (je mogelijkheden) (opnieuw) op het altaar te leggen.
*Het indrukwekkende verhaal van Lydia Prince kun je lezen in de roman: Ontmoeting in Jeruzalem.

Dank U Vader, dat U in alles, tot in de kleinste details voorziet in wat ik nodig heb om Uw wil te doen. Dank U dat U mij ook het geloof geeft in die mate die ik nodig heb om Uw wil te doen. Wilt U mij helpen om eerlijk te kijken naar die activiteiten in mijn leven die in onbalans zijn met het geloof dat U in mij heeft gelegd en ze aan U terug te geven. Leer mij om nederig te zijn en te denken in bescheidenheid. Uw wil voor mijn leven is volmaakt! Amen.