Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

Water tot aan mijn ziel

Leestijd: 2 min.
Vele jaren geleden waren mijn eerste vrouw en ik betrokken bij hulp aan twee Joodse vrouwen die uit de Sovjet-Unie waren ontsnapt. Het kostte me veel pijn en moeite om hen te helpen. Op een dag beklaagde ik mezelf terwijl ik op een hete dag zwoegend een steile helling in Haifa beklom, denkend aan alles wat ik al had moeten doorstaan om deze twee vrouwen te helpen. (Ze waren overigens zeer dankbaar voor alle hulp.) God bracht me toen 2 Tim. 2:10 te binnen: Om deze reden wil ik alles verdragen, om de uitverkorenen, opdat ook zij het heil in Christus Jezus verkrijgen met eeuwige heerlijkheid. Onmiddellijk besefte ik dat ik slechts een klein beetje ongemak onderging - niet te vergelijken met wat Jezus aan het kruis verdroeg. Dat zette me op mijn plaats en maakte me nederig. In de tijd van Jezus was er geen beschamender dood dan de kruisiging. Het was de ergste vorm van straf, die werd toegepast voor de meest ontaarde criminelen. Men nam Jezus al zijn kleren af en Hij hing naakt voor de ogen van alle mensen. Voorbijgangers bespotten Hem. Wat Hij onderging kan maar op één manier worden samengevat: ultieme schaamte. Christus doorstond deze schaamte omdat Hij wist dat Hij daardoor ons tot heerlijkheid kon brengen. Het Nieuwe Testament geeft ons weinig subjectieve informatie over wat Jezus doorstond aan het kruis. Het is zelfs niet korter te beschrijven. De vier evangelisten zeggen het eenduidig: Ze kruisigden Hem. De psalmisten en profeten uit het Oude Testament bieden echter prachtige, verhelderende informatie over wat er in Jezus omging. We keren terug naar Jesaja 53, het prachtige hoofdstuk over de verzoening, en zien dat veel nadruk wordt gelegd op de schaamte en de schande die Jezus voelde: Hij was veracht en van mensen verlaten, een man van smarten [letterlijk: pijnen] en vertrouwd met ziekte, ja, als iemand, voor wie men het gelaat verbergt, hij was veracht en wij hebben hem niet geacht. Hieruit begrijp ik dat we (de mensen) onze ogen van Hem afwendden, omdat het te afgrijselijk was om aan te zien. Het voorgaande vers zegt dat Jezus gestalte noch luister had - Hij verloor zelfs zijn menselijke vorm. Al zijn striemen, kneuzingen en zwerende wonden werden openlijk getoond aan de mensen die Hem haatten, degenen die verantwoordelijk waren voor zijn kruisiging en voor de toevallige voorbijganger. Psalm 69 is een van de prachtige messiaanse psalmen die niet alleen verwijst naar David, die de woorden sprak of opschreef, maar ook naar de Messias. In vers 8 staat:Want om Uwentwil draag ik smaad, bedekt schaamte mijn gelaat. Hieruit begrijpen we iets meer van wat Jezus heeft doorstaan aan het kruis. Is het jou ooit opgevallen dat mensen die zich schamen het moeilijk vinden om je recht aan te kijken? Schaamte bedekte het gezicht van de lijdende dienstknecht. In de eerste twee verzen van psalm 69 vangen we nog een glimp op: Verlos mij, o God, want het water is mij gekomen tot aan de lippen [Hebreeuws: tot aan mijn ziel]; ik ben verzonken in bodemloos slijk, waar ik niet kan staan (vers 2-3). Totaal alleen en zonder de ondersteuning van anderen, zonk Jezus' ziel dieper en dieper weg in het smerige slijk van de zonde der wereld.


O mijn Heer Jezus, wat ben ik diep dankbaar voor het onbegrijpelijke offer dat U voor mij bracht. Wat een liefde! Ik loof U, dat U de schaamte geen plaats gaf maar overwon, en zo Uw heerlijkheid en herstel voor mij beschikbaar maakte. Amen.