Wees niet onverschillig
Vandaag wil ik een principe uitleggen vanuit het verhaal over de tweelingbroers, Jakob en Ezau. Want toen de kinderen nog niet geboren waren, en niets goeds of kwaads gedaan hadden - opdat het voornemen van God, dat overeenkomstig de verkiezing is, stand zou houden, niet uit de werken, maar uit Hem die roept - werd tot haar (Rebekka) gezegd: De meerdere (Ezau) zal de mindere (Jakob) dienen. Zoals geschreven staat: Jakob heb Ik liefgehad en Ezau heb Ik gehaat (Romeinen 9:10-13).
Dat is opmerkelijk. Ze waren tweelingbroers, maar God zei dat Hij van Jakob hield, terwijl Hij Ezau haatte. Gods houding naar de ene broer was compleet tegenovergesteld aan Zijn houding naar de andere broer. Jakob kreeg de voorkeur boven Ezau, zelfs voordat zij geboren waren. Dit roept twee belangrijke vragen op.
1. Wat zag God in Jakob dat Hem aansprak?
2. Wat zag God in Ezau dat Hij afkeurde?
Dus waarom hield God van Jakob, maar haatte Hij Ezau?
In de Bijbel staan hun karakters beschreven. Ezau was sterk, energiek, mannelijk, een jager. Hij was de favoriet van zijn vader. En hoe zit het met Jakob? Hij was creatief, doelgericht en een opportunist. Hij verkreeg het eerstgeboorterecht van Ezau voor een kop soep. Als er ooit een koopje was, dan was dit het wel! Vervolgens bedroog hij zijn vader om op die manier de zegen te kunnen ontvangen, en later verdiende hij een fortuin ten koste van Laban, die niet alleen zijn oom was, maar ook zijn schoonvader. In geen honderd jaar zou iemand Jakob beschrijven als een 'aardige kerel'. De meeste mensen zouden Ezau verkiezen boven Jakob, behalve zijn moeder en God.
Waarom gaf God de voorkeur aan Jakob? Ik reik je een basisreden aan, die volgens mij de sleutel is tot alles: Jakob stelde prijs op wat God te geven had, terwijl Ezau er onverschillig over was. In Hebreeën 12:15-17 zien we hoe God over onverschilligheid denkt. Zijn mening hierover verschilt enorm met die van de meeste christenen. De schrijver van Hebreeën schrijft over Ezau's gedrag:
Laat niemand een hoereerder zijn, of onverschillig als Ezau, die voor één spijze zijn eerstgeboorterecht verkocht. Want gij weet, dat hij later, toen hij (toch) de zegen wilde erven, afgewezen werd, want toen vond hij geen plaats voor berouw, hoewel hij het onder tranen zocht.
Ezau wordt omschreven als 'onverschillig' (NIV-vertaling: 'goddeloos') en staat in hetzelfde rijtje als hoereerders. Naar Gods normen is onverschilligheid ten opzichte van wat Hij wil geven 'goddeloos'. God haat dat.
Als je het beste wilt van God, dan moet je je hart erop zetten om ook echt het beste te willen van God, en geen genoegen nemen met minder. Wees niet onverschillig!
Vader, wilt U mij vergeven als ik onverschillig ben geweest en genoegen heb genomen met minder dan alles wat U te geven hebt. Wilt U mij leren om Uw heerlijke beloften altijd voor ogen te houden en daaruit te leven. Ik doe vandaag ook voorbede voor Uw volk Israël, dat feitelijk de eerste 'rechthebbende' is op de heerlijke beloften van Uw Woord... Zegen ook hen met het volle zicht op Uw verbondhoudende trouw!