Het Oude Testament kijkt vooruit naar Jezus die de prijs zou gaan betalen en het laatste offer zou brengen. Deze vooruitblik vinden we in de instelling van de Grote Verzoendag, die in Leviticus 16 gedetailleerd wordt beschreven. Eens per jaar mocht de priester het allerheiligste betreden en moest twee dingen meenemen: een vuurschaal gevuld met brandende wierook, waardoor een soort aromatische wolk de hogepriester en de troon van genade bedekte. Verder moest hij het bloed van het offer meebrengen dat voor zijn eigen zonden was geofferd. Aangekomen in het heiligdom, moest hij het bloed zeven keer sprenkelen tussen het voorhangsel en de voorzijde (oost) van de troon van genade. Deze zevenvoudige sprenkeling is volgens mij een profetische voorafschaduwing van hoe Jezus zijn eigen bloed sprenkelde in zijn lijdensweg naar het kruis. Jezus' goot letterlijk zijn bloed (zijn leven) uit in de dood in deze zeven stappen: - Zijn zweet werd bloed. (Lukas 22:44)
- Hij werd in zijn gezicht geslagen met vuisten en stokken.(Lukas 22:63,64)
- Ze sloegen Hem met een gesel. (Lukas 18:33)
- Zijn baard werd uitgetrokken. (Jesaja 50:6)
- Doorns werden in zijn schedel gedrukt. (Matteüs 27:29)
- Zijn handen en voeten werden doorboord met spijkers.(Johannes 20:25)
- Zijn zijde werd doorstoken met een speer. (Johannes 19:34)
De profetische sprenkeling werd volmaakt vervuld doordat Jezus' bloed precies zeven keer vloeide! Het getal 7 staat voor het werk van de Heilige Geest en is het getal van volmaaktheid. Een volmaakt offer dus, voor jou! |