Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

Zie, Mijn Knecht...

Leestijd: 2 min.
De komende twee dagen gaan we bezig met een op het eerste gezicht vrij droge, technische uitleg, maar ons onderzoek zal zeer de moeite waard zijn. We zien namelijk Jezus naar voren komen als de centrale figuur in de Bijbel, en Zijn verzoenende, verlossende werk aan het Kruis schittert als Gods prachtige 'Masterplan', dat volledig centraal staat in de tijd.
Jesaja is zowel praktisch/letterlijk als inhoudelijk een centraal boek in de Bijbel, dat uit 66 hoofdstukken bestaat, net zoals de hele Bijbel uit 66 Bijbelboeken bestaat. De laatste 27 hoofdstukken van dit centrale Bijbelboek Jesaja worden door theologen weleens het 'evangelie van het Oude Testament' genoemd. Deze 27 hoofdstukken zijn opgedeeld in drie delen van elk negen hoofdstukken: hoofdstuk 40 - 48, hoofdstuk 49 - 57 en hoofdstuk 58 - 66. Deze drie delen hebben overeenkomsten die erg opvallend zijn: ze eindigen alle drie met een nadrukkelijke verklaring dat God nooit een compromis zal sluiten met de zonde. In het laatste vers van Jesaja 48 lezen we: De goddelozen, zegt de Here, hebben geen vrede. Als we nu doorbladeren naar het laatste vers van hoofdstuk 57, dan zien we: De goddelozen, zegt mijn God, hebben geen vrede. Deze twee uitspraken zijn vrijwel identiek. Nu gaan we nog verder naar het laatste vers van hoofdstuk 66 en daar lezen we: Zij zullen uitgaan en de lijken aanschouwen van de mannen die van Mij afvallig geworden zijn, want hun worm zal niet sterven en hun vuur zal niet uitdoven en zij zullen voor al wat leeft een afgrijzen wezen. De woorden zijn niet hetzelfde, maar de waarheid die erin doorklinkt wel: Zij die zondigen en zich niet bekeren, zullen te maken krijgen met het oordeel van God.
Vervolgens eindigen alle drie de delen van negen hoofdstukken met eenzelfde slotverklaring met dezelfde strekking: Ondanks al Zijn genade, zal God nooit een compromis sluiten met zonde die niet is beleden en weggedaan.
In deze Messiaanse profetie van Jesaja klinken vaak de woorden 'Zie, mijn knecht...' - de titel die aan Jezus wordt gegeven. Je zult waarschijnlijk je Bijbel ernaast moeten houden om het te zien, maar als je de laatste drie verzen van hoofdstuk 52 betrekt bij de twaalf verzen van hoofdstuk 53, dan krijg je vijf sets van elk drie verzen:
Jesaja 52:13-15
Jesaja 53:1-3
Jesaja 53:4-6
Jesaja 53:7-9
Jesaja 53:10-12
We zien nu dus dat in het middelste deel van het middelste hoofdstuk van het middelste deel van het zogenoemde 'evangelie-van-het-Oude-Testament' van Jesaja te vinden is: Jesaja hoofdstuk 53:4-6. Persoonlijk geloof ik dat dit geen toeval is, maar dat God zelf dit heeft geleid, want de waarheid die we hier lezen is het absolute middelpunt en het hart van het hele evangelie. Denk eens diep na over de eerste twee verzen (vers 4 en 5):
Nochtans, onze ziekten heeft hij op zich genomen, en onze smarten gedragen; wij echter hielden hem voor een geplaagde, een door God geslagene en verdrukte. Maar om onze overtredingen werd hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op hem en door zijn striemen is ons genezing geworden.

Hemelse Vader, dank U wel voor de verbazende accuratesse van het Oude Testament, waarin U al zo precies de voorafschaduwing van de komende Koning-Knecht - Uw Zoon de Heer Jezus Christus - heeft laten opnemen. Wat een genade dat ik Hem mag kennen als mijn Redder en Heer! Amen.