En verder, wij hadden onze aardse vaders, die ons tuchtigden, en wij hadden ontzag voor hen. Zullen wij ons dan niet veel meer onderwerpen aan de Vader van de geesten en leven? Want zij hebben ons wel voor een korte tijd naar het hun goed dacht getuchtigd, maar Hij doet dat tot ons nut, opdat wij deel krijgen aan zijn heiligheid.(Hebreeën 12:9,10). Gisteren lazen we dat we in Christus allemaal al heiligen zijn, maar tegelijk is het Gods verlangen dat wij deel krijgen aan zijn heiligheid. De schrijver van de Hebreeënbrief zegt iets verderop: Jaag de vrede na met allen, en de heiliging, zonder welke niemand de Heere zien zal (vers 14). We zijn dus al heiligen, maar het is ook deel van onze roeping om heiligheid na te jagen. En ten tweede, om heiligheid te verkrijgen, moeten we vrede met iedereen najagen. We moeten proberen om in vrede met iedereen te leven en ruzie of meningsverschillen voor zover mogelijk te vermijden. De schrijver waarschuwt ons ook dat we de Heer niet zullen zien als we geen deel krijgen aan zijn heiligheid. In een andere Bijbeltekst lezen we meer over Gods verlangen naar heiligheid in zijn volk: Want dit is de wil van God: uw heiliging (1 Tessalonicenzen 4:3). Wat is precies 'heiliging'? De uitgang '-ing' houdt in dat er iets wordt gecreëerd wat correspondeert met de inhoud van wat aan '-ing' vooraf gaat. Reiniging betekent bijvoorbeeld rein maken. Heiliging betekent dus heilig maken. Het is een proces, wat God initieert bij al zijn kinderen, maar waarin wij als 'heiligen' in de pas mogen lopen met Gods werk van heiliging in ons leven. |