Het beginsel van wijsheid is ontzag voor de HEER; wie leeft naar zijn wet, getuigt van goed inzicht. (Psalm 111:10 NBV)
De psalmist spreekt hier over twee prachtige eigenschappen, eigenschappen die vandaag de dag nog maar heel zelden gevonden worden bij mensen: wijsheid en inzicht. Hij wijst erop dat ze beide een morele basis hebben. De basis van wijsheid is het ontzag voor de Heer (voorheen ook vaak genoemd ‘de vreze des Heren’, en de basis van inzicht is het leven naar Zijn wet. Het ontzag voor de Heer, die blijkt uit gehoorzaamheid, is dus de sleutel tot wijsheid en een goed inzicht.
We moeten het verschil zien tussen wijsheid en inzicht aan de ene kant, en opleiding en intellect aan de andere. Er zijn veel goed opgeleide, intelligente mensen zonder wijsheid en inzicht. Intellect is een zaak van het verstand, maar wijsheid gaat dieper. Het kan zijn dat je hoog bent opgeleid en toch in veel opzichten een dwaas.
Een Amerikaanse president zei ooit dat een dief met weinig opleiding een treinwagon kan stelen, maar dat diezelfde man, als je hem een goede opleiding geeft, de hele spoorweg zal stelen!
Intellect en opleiding zijn geen vervanging voor de morele basis voor wijsheid en inzicht. Die basis is het ontzag voor de Heer – de vreze des Heren - en het leven naar Zijn wetten.
Heer, help mij om te leven vanuit dagelijks diep ontzag voor U Heer, want daarmee heb ik het begin van wijsheid in mijn leven. Dat is mij veel liever dan alles wat deze wereld te bieden heeft. Dank U Heer, voor dit geweldige aanbod! Amen. |
