Shop Doneer

De basis voor elke relatie...

Leestijd: 3 min.
Gisteren sloot ik af met een pleidooi om een veel geziene volgorde om te draaien; ik pleitte ervoor om eerst de vreze des Heren prioriteit te geven en daarna de vertroosting des Heren... Ik geloof dat dit ook de volgorde was in de eerste gemeenten. Zij hadden vrede, werden opgebouwd, en vermenigvuldigden zich. Dit lazen we in Handelingen 9:31: De gemeenten dan in heel Judea, Galilea en Samaria hadden vrede en werden opgebouwd; en zij wandelden in de vreze des Heeren en de vertroosting door de Heilige Geest en namen in aantal toe. Dus: 1. vrede; 2. opbouw, en 3. vermenigvuldiging... Deze drie resultaten die zichtbaar werden in de vroegchristelijke kerk, worden ook zichtbaar in de levens van christenen vandaag die een juiste balans vinden tussen de vreze des Heren en de vertroosting van de Heilige Geest.
Ten eerste hadden deze gemeenten vrede. Andere vormen van vrees brengen nooit vrede. Vrede is een uniek resultaat van de vreze des Heren. Ten tweede werden zij opgebouwd. Ze werden dus sterker. En ten derde vermenigvuldigden zij zich; hun aantal groeide. Als wij groei bereiken, maar niet zijn begonnen bij de vreze des Heren, dan is het zeer waarschijnlijk dat de resultaten slechts oppervlakkig en tijdelijk zullen zijn. Ik heb gemeenten zien groeien als paddestoelen, maar ze al snel weer zien verwelken als schimmel. Ze verdorden omdat ze niet geworteld waren in de vreze des Heren.
De apostel Paulus had het gehad over 'voortdurend vervuld zijn met de Heilige Geest', niet slechts eenmaal, maar een blijvende vervulling, tot onszelf en elkaar sprekend met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen (vers 18-20). Dan, in Efeziërs 5:21, laat hij het soort leefstijl zien die dit oplevert: een leefstijl gekenmerkt door: Wees elkaar onderdanig in de vreze Gods. Onderworpenheid - oftewel een nederige houding - is een indicatie dat iemand vol is van de Heilige Geest.
De belangrijkste relatie van onderworpenheid in het lichaam van Christus is niet onderwerping ten opzichte van de leiders, maar onderwerping aan elkaar als broeders en zusters. Andere verzen spreken over onderworpenheid aan de leiders, maar de belangrijkste onderwerping in het lichaam van Christus is een nederige en dienstbare houding naar elkaar als geestelijke broers en zussen. Leiders die niet hebben geleerd zich te onderwerpen, zouden helemaal niet moet leiden. De apostel Petrus waarschuwde ons om geen heren over Gods kudde te zijn, maar om een voorbeeld te zijn (Zie 1 Petrus 5:1-5). In die context maande hij ons om de houding van een slaaf aan te nemen en elkaar te dienen. Paulus gaat verder door te zeggen: "Vrouwen, wees uw eigen mannen onderdanig, zoals aan de Heere" (Efeziërs 5:22). Hij richt zich hier natuurlijk tot de vrouwen, maar in de voorgaande verzen sprak Paulus over een wederzijdse onderwerping.
Ik adviseerde ooit een succesvolle Baptistenvoorganger die een grote gemeente had en bovendien meerdere boeken had geschreven. Van buitenaf leek hij heel succesvol, maar hij deelde met me dat zijn gezinsleven en huwelijk verre van succesvol waren - zoals overigens helaas in veel meer bedieningen het geval is. Maar hij deelde ook een verhaal met mij dat me erg gezegend heeft. Hij en zijn vrouw waren in hun slaapkamer, neergeknield aan beide zijden van het bed, en ze probeerden te bidden. Ze hadden net ruzie gehad. Als een typische voorganger zei hij tegen zijn vrouw: ,,De Bijbel zegt dat jij je aan mij moet onderwerpen.'' Waarop zijn vrouw antwoordde: "Nou, je hebt anders helemaal niet zo'n beste reputatie. Ik zou niet weten waarom ik dat zou moeten doen." Er ontstond een woordenstrijd. "Maar toen, " zo vertelde hij me, "was er zoiets als een koude wind die door de slaapkamer blies... We realiseerden ons onmiddellijk dat het de vreze des Heren was, en we verootmoedigden ons." We kunnen niet hopen op succesvolle relaties, als we niet eerst de vreze des Heren hebben. Op datzelfde moment realiseerden beiden zich dat het er niet om ging hoe de man zijn vrouw behandelde, of hoe de vrouw op haar man reageerde... De vraag was: "Vrezen wij God?"

Heer, laat het ook in al mijn relaties en vriendschappen het leidende beginsel zijn dat ik Uw naam vrees. Laat de vreze des Heren de onderliggende kracht zijn van alle relaties die ik onderhoud en die U mij toevertrouwt. Amen.