Shop Doneer

De gave aanwakkeren

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 259


Daarom herinner ik u eraan de genadegave van God die in u is, door de oplegging van mijn handen, aan te wakkeren.
2 Timotheüs 1:6

De gave aanwakkeren

Gisteren sloten we af met de uitspraak dat het leven van een christen - en vooral het leven van een dienstknecht van God - een voortdurende strijd is tegen onzichtbare machten van duisternis en slechtheid. Deze tegenwerkende geestelijke machten worden door Paulus beschreven in Efeziërs 6:12, waar hij zegt:
Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.
Twee belangrijke wapens die door deze onzichtbare machten van de duisternis gebruikt worden zijn twijfel en angst. Vrijwel onvermijdelijk heeft Timotheüs in zijn bediening perioden meegemaakt van grote problemen en tegenstand, en ook momenten van falen en teleurstelling. In zulke perioden had hij heel gemakkelijk verleid kunnen worden om te gaan twijfelen aan zijn door God gegeven roeping. Daarom herinnert Paulus hem aan de profetieën die Gods plan voor zijn leven al vooraf hadden geopenbaard, en hij dringt er bij hem op aan om daaruit moed te putten en zich erdoor versterkt te voelen, zodat hij verder kon gaan met zijn door God gegeven taak.
In het bijzonder waarschuwt Paulus Timotheüs om niet toe te geven aan angst. Want onmiddellijk nadat hij er bij hem op heeft aangedrongen de gave aan te wakkeren die in hem is door de oplegging van handen, zegt hij verder in 2 Timotheüs 1:7:
Want God heeft ons niet gegeven een geest van vreesachtigheid (andere vertalingen zeggen hier ‘een geest van angst’), maar van kracht en ​liefde​ en bezonnenheid. Wat is de remedie die Paulus dus aanbeveelt tegen de verraderlijke aanvallen van deze geest van angst? Die aanpak is tweevoudig: allereerst, dat Timotheüs de geestelijke gave die hij onder handoplegging had ontvangen, moest aanwakkeren. Ten tweede, dat Timotheüs zich zou herinneren en bemoedigd zou worden door de profetieën uit het verleden, die van tevoren Gods geplande koers voor zijn leven had getoond.
Wij zien dus dat het gebruik van het opleggen van handen in de ervaring van Timotheüs gepaard ging met de gave van profetie als een middel waardoor hij geleid, bemoedigd en versterkt kon worden bij de vervulling van zijn door God gegeven bediening.
Volgens Gods Woord zijn dezelfde middelen om te leiden, te bemoedigen en te versterken vandaag nog steeds beschikbaar voor Gods volk en speciaal voor door God aangestelde dienaren. Bovendien hebben Gods volk en Zijn dienaren deze dingen vandaag nog steeds even hard nodig als in de dagen van Paulus en Timotheüs.
Hemelse Vader, dank U voor Uw Heilige Geest die ons wil leiden, niet alleen door te spreken in ons denken, maar ook door woorden van profetie en bemoedigingen die geestvervulde broeders en zusters naar ons uitspreken. Doe Uw lichaam groeien in deze kostbare gaven Heer! Amen.