Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

De wedergeboorte

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 26

Daarom danken ook wij God zonder ophouden dat u, toen u van ons het gepredikte Woord van God hebt ontvangen, het ook aangenomen hebt, niet als een mensenwoord, maar (zoals het werkelijk is) als Gods Woord, dat ook werkzaam is in u die gelooft.
(1 Thessalonicenzen 2:13)

De wedergeboorte
Na geloof (dit bespraken we gisteren) is het volgende belangrijke resultaat de ‘wedergeboorte’. 1 Petrus 1:23 beschrijft christenen als:
U die opnieuw geboren bent, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door het levende en eeuwig blijvende Woord van God.
Het is een principe, zowel in de natuur als in de Schrift, dat de soort zaad bepaalt welke soort leven zal worden voortgebracht. Een graankorrel brengt graan voort; een gerstekorrel brengt gerst voort; een sinaasappelpit brengt een sinaasappelboom voort. Zo is het ook met de nieuwe geboorte, oftewel de wedergeboorte. Het zaad is het goddelijke onvergankelijke, eeuwige Woord van God. Het leven dat dit voortbrengt, wanneer het door geloof in het hart van een mens wordt ontvangen, is net als het zaad - goddelijk, onvergankelijk, eeuwig. Het is in feite het leven van God zelf dat in de mensenziel komt door Zijn Woord.
Daarom schrijft Johannes: Ieder die uit God geboren is, doet de zonde niet, want Zijn zaad blijft in hem; en hij kan niet zondigen, omdat hij uit God geboren is. (1 Johannes 3:9)
Johannes verbindt hier het overwinnend leven van de standvastige christen direct met de aard van het zaad dat dit leven in hem voortbracht, namelijk Gods eigen zaad - het onvergankelijke zaad van Gods Woord. Omdat dit zaad onvergankelijk is, is het leven dat het voortbrengt ook onvergankelijk, absoluut zuiver en heilig. De gelezen tekst beweert overigens niet dat een wedergeboren christen nooit kan zondigen. In iedere wedergeboren christen is er een totaal nieuwe natuur ontstaan. Deze nieuwe natuur wordt door Paulus in Efeziërs 4:22-24 de nieuwe mens genoemd, en deze staat tegenover de oude mens, dat betekent de oude, gevallen natuur, die in ieder mens die nooit wedergeboren is domineert.
Er is een volledig en totaal contrast tussen deze twee: de ‘nieuwe mens’ is rechtvaardig en heilig; de ‘oude mens’ is verdorven en slecht. De ‘nieuwe mens’ is uit God geboren en kan niet zondigen. De ‘oude mens’, die het product is van de rebellie en de val van de mens, kan niet anders dan zondigen.
Het soort leven dat iedere wedergeboren christen leidt, hangt ervan af in hoeverre hij zich door deze twee naturen laat leiden, door de ‘nieuwe mens’ en door de ‘oude mens’. Zolang men de ‘oude mens’ in onderwerping houdt en de ‘nieuwe mens’ zijn juiste invloed uitoefent, zolang is er onbedorven gerechtigheid, overwinning en vrede. Maar wanneer de ‘oude mens’ de kans krijgt zich weer te laten gelden en de leiding weer over te nemen, dan is het resultaat: mislukking, nederlaag en zonde.
Concluderend: de ware christen, die wedergeboren is door het onvergankelijke zaad van Gods Woord, heeft de mogelijkheid ontvangen om een leven te leiden van volledige overwinning over de zonde. De niet vernieuwde mens, die nooit wedergeboren is, heeft geen alternatief dan te zondigen. Hij is onvermijdelijk de slaaf van zijn eigen verdorven, gevallen natuur.

Hemelse Vader, dank U wel voor de geweldige rijkdom dat ik niet hoef te zondigen. Dank U voor de innerlijke vrijheid om te leven als een aanbidder van U, en dat die rijkdom in mij een verlangen wakker maakt om U helemaal, elk moment van de dag, te dienen! Want U bent dat waard, Heer. Amen.