Shop Doneer

Eerst geloven, dan zien

Leestijd: 2 min.

De tegenstelling tussen geloven en zien wordt door Paulus naar voren gebracht in 2 Korinthiërs 5:7. Want wij wandelen door geloof, niet door aanschouwen. Als we uitsluitend wandelen (tegenwoordig zouden we zeggen 'gaan') op wat we zien, dan hebben we geen geloof nodig. Als we daarentegen 'wandelen' of 'gaan' door geloof, dan hoeven we niet te zien. Het ene sluit het andere uit. Dit gaat in tegen onze natuurlijke manier van denken. De wereld zegt: 'Eerst zien, dan geloven.' Maar de Bijbel draait het om: Eerst moeten we geloven, dan zullen wij zien. Dit principe is heel belangrijk, daarom zullen we gaan kijken naar enkele Bijbelgedeelten die dit illustreren. In Psalm 27:13 zegt David: Als ik toch niet had geloofd dat ik de goedheid van de HEERE zou zien in het land van de levenden, ik was vergaan. Wat kwam eerst, geloven of zien? Geloven. Wat voor David gold, geldt voor ons allemaal. Als wij niet kunnen geloven dat wij de goedheid van de Heer zullen zien, dan komen we terecht in wanhoop. Wat ons voor wanhoop behoedt, is niet wat we zien, maar wat wij geloven.

Dit komt overeen met wat over Mozes wordt gezegd in Hebreeën 11:27: ''Door het geloof heeft hij Egypte verlaten zonder bevreesd te zijn voor de toorn van de koning. Want hij bleef standvastig, als zag hij de Onzichtbare." Er was in die tijd niets in Mozes' zichtbare omstandigheden wat hem enige hoop of bemoediging kon geven. Maar ondanks alles wat tegen hem was, volhardde hij, omdat hij 'deOnzichtbare' kon zien. Hoe deed hij dat? Door geloof. Geloof stelt ons in staat om het onzichtbare te zien en zodoende te volharden, zelfs als de zichtbare wereld ons geen hoop of bemoediging biedt.

In Johannes 11:39-40 lezen we het verhaal over Jezus die Lazarus uit de dood deed opstaan:

"Jezus zei: Neem de steen weg. Martha, de zuster van de gestorvene, zei tegen Hem: HEERE, hij ruikt al, want hij ligt hier al voor de vierde dag. Jezus zei tegen haar: Heb Ik u niet gezegd dat u, als u gelooft, de heerlijkheid van God zult zien?"

Wat Jezus hier van Martha vraagt, vraagt Hij van iedereen die verlangt om Gods heerlijkheid te zien. We moeten 'geloven dat wij zullen zien'. We zien niet eerst en geloven pas daarna. Eerst geloven we en vervolgens zien wij, en ons zien is het resultaat van ons geloven.

Hier zien we ook direct het grote basisconflict tussen de oude natuur en de nieuwe natuur, onze oude en onze nieuwe mens. De oude natuur eist om te zien, omdat de oude natuur leeft vanuit de zintuigen. God wil ons bevrijden van die oude natuur en haar oude manier van leven, en ons brengen naar een nieuwe natuur en een nieuwe wijze van leven, die zegt: ,,Ik ben er tevreden mee dat ik niet zie. Ik wandel niet door aanschouwen, maar door geloof.''

Heer, ik maak mijzelf los van de gewoonte van deze tijd om eerst te willen zien en dan pas te geloven. Ik wil leren om te geloven en geen waarde te hechten aan het zien. Wilt U mij bevrijden van mijn oude cultuur en mij brengen in de nieuwe cultuur van wandelen in geloof. Ik ben bereid om U en Uw Woord te vertrouwen zonder andere bewijzen te verlangen.