Shop Doneer

Geest in afwachting van het oordeel

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 278
(Wanneer) het stof terugkeert naar de aarde zoals het was, en de geest terugkeert tot God, Die hem gegeven heeft.
Prediker 12:7

Geest in afwachting van het oordeel

Gisteren lazen we hoe Salomo beschrijft dat de adem van de mensenkinderen opstijgt naar boven, en die van de dieren naar de aarde. Wat moeten wij verstaan onder de uitdrukking die Salomo hier gebruikt voor de geest van de mens, wanneer het lichaam sterft? Hij zegt dat de adem van de mensenkinderen opstijgt naar boven.
Allereerst merken wij op dat dit overeenstemt met het verslag over de mens zoals dit gegeven wordt in Genesis 2:7, dat aantoont dat de mens van boven komt, van God. Omdat bij de dood de geest van de mens van het lichaam wordt losgemaakt, is de richting van zijn geest opnieuw naar boven - naar God.
In Prediker 12:7 komt Salomo terug op het thema van de dood en hij zegt: (Wanneer) het stof terugkeert naar de aarde zoals het was, en de geest terugkeert tot God, Die hem gegeven heeft.
Wat Salomo dus leert in Prediker omtrent de bestemming van de geest van de mens bij de dood, is kort, maar duidelijk, en stemt overeen met de aanwijzingen die in vele andere passages van de Schrift worden gegeven. Bij het sterven keert het lichaam van de mens terug tot het stof, maar de bestemming van zijn geest is opwaarts, naar God.
Wat gebeurt er wanneer de geest van de mens, bij de dood, wordt losgemaakt van het lichaam en voor God, de Schepper, wordt gesteld?
Er blijkt geen definitieve openbaring van de Schrift te zijn op dit punt. De Bijbel maakt het ons echter wel mogelijk om in dit verband twee definitieve principes vast te stellen. Ten eerste is het verschijnen van de geest van de mens voor God niet voor het laatste oordeel, dat pas plaats zal vinden na de wederopstanding. Ten tweede, de geesten van de boosdoeners en goddelozen kunnen geen permanente toegang hebben tot de tegenwoordigheid van God.
Daarom mogen we concluderen dat dit verschijnen van de geest van de mens voor God, onmiddellijk na de dood, is voor één belangrijk doel: om de goddelijke uitspraak te horen die iedere geest de status en de plaats aanwijst die hij vanaf het moment van de dood moet innemen tot aan de tijd van de wederopstanding en het laatste oordeel. Daarna wordt iedere geest verwezen naar zijn aangewezen status en plaats, en blijft daar totdat hij wordt opgeroepen bij de wederopstanding van het lichaam.
Vader, dank U wel dat niet alleen voor dit leven hier op aarde mijn toekomst zeker is, maar dat dit ook geldt voor mijn verdere toekomst, namelijk dat ik na mijn dood voor eeuwig in Uw heerlijkheid mag zijn. Dank U dat ik vanuit dat heerlijke weten gerust mag zijn en mag uitzien naar Uw komst, Heer Jezus! Amen.