Shop Doneer

Geloof, spraak en creativiteit

Leestijd: 3 min.
De Bijbel leert dat de mens volmaakt was toen hij geschapen werd. Maar die volmaakte staat verloor hij door de overtreding. God legde zich er echter niet bij neer en wilde de mens niet in die gevallen toestand laten blijven. Vanaf dat moment ontvouwt de Bijbel een schitterend plan van redding. Het is het verhaal hoe God de mens terugkoopt voor Zichzelf door de dood van Christus aan het kruis, en hoe Hij het herstel van de mens uitwerkt. Vervolgens verandert God de natuur en het gedrag van de mens om hem terug te brengen naar Zijn oorspronkelijke bedoeling. De sleutel tot dat herstelproces is geloof. Met andere woorden, het reddende, herstellende effect van geloof heeft als doel de gevolgen van de zondeval teniet te doen. Het originele beeld van de mens zoals God hem geschapen heeft, vinden we in Genesis 1:26: En God zei: Laten Wij mensen maken naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis...

Als we dit thema blijven volgen door de Bijbel heen, dan ontdekken we dat de gelijkenis tussen God en mensen verschillende aspecten heeft. Eén aspect van de Goddelijke natuur is het vermogen om te geloven. Geloof is een onderdeel van Gods eigen, eeuwige natuur. Zijn creatief vermogen komt voort uit geloof. Al wat Hij doet, doet Hij door geloof. Dit geloof vindt vervolgens uitdrukking in de woorden die Hij spreekt. Zijn woorden, uitgesproken door geloof, zijn de instrumenten van Zijn scheppende kracht. Want Ik, de HEERE, zal spreken. Het woord dat Ik zal spreken, zal in vervulling gaan. (Ezechiël 12:25)

Als God iets zegt, dan gebeurt het. Dat is het geloof dat in Zijn woorden aanwezig is. De Hebreeuwse taal heeft een eigenschap die deze waarheid over God en Zijn woorden prachtig illustreert. Het Oudtestamentische Hebreeuws kent het woord dabar, dat zowel met 'woord' als met 'ding' vertaald kan worden. De context bepaalt welke vertaling van toepassing is. Vaak worden allebei de vertalingen bedoeld. Dit helpt ons begrijpen dat Gods woorden 'dingen' zijn. Als God een woord spreekt, dan wordt dat woord tot een ding. Eerder zagen we dat hetzelfde opgaat voor het Griekse woord rhema. Gods rhema, Zijn gesproken woord, bevat in zichzelf de kracht om te doen uitkomen wat er gesproken is. Het hele universum is tot stand gebracht door de scheppende kracht van Gods geloof in Zijn eigen Woord: Door het geloof zien wij in dat de wereld tot stand gebracht is door het Woord van God, en wel zo dat de dingen die men ziet, niet ontstaan zijn uit wat zichtbaar is. (Hebreeën 11:3)

In Psalm 33:6 en 9 beschrijft David letterlijk hoe het scheppingsproces door het gesproken woord van God plaatsvindt: Door het woord van de HEERE is de hemel gemaakt, door de Geest van Zijn mond heel hun legermacht. Want Hij spreekt en het is er, Hij gebiedt en het staat er. In Genesis 1:3 krijgen we een specifiek voorbeeld hoe dit in zijn werk ging: En God zei: Laat er licht zijn! En er was licht. Toen God het woord 'licht' sprak, manifesteerde zich het ding 'licht'. Gods gesproken Woord kwam tevoorschijn als een ding. Zo komen we bij drie conclusies over geloof, die ons helpen de unieke kracht en het belang ervan te begrijpen. Ten eerste is geloof een deel van Gods eeuwige natuur. Ten tweede wordt Gods geloof tot uitdrukking gebracht en effectief gemaakt door woorden. Ten derde is geloof de scheppende kracht waardoor God het universum tot aanzijn riep. Omdat God de mens geschapen heeft met het vermogen om te geloven, vinden we in hem ook de andere twee eigenschappen die met geloof te maken hebben: vermogen om te spreken en het vermogen om te scheppen. Door zijn specifieke natuur heeft de mens creatief vermogen om te scheppen. Hij kan zich iets voor ogen stellen dat nog nooit heeft bestaan. Dan kan hij er een plan voor ontwerpen en het gestalte geven. We zien dus dat de mens, zoals hij oorspronkelijk geschapen is, drie met elkaar verwante aspecten bezit van Gods natuur: 1. Het vermogen om te geloven; 2. Het vermogen om te spreken; 3. Het vermogen om te scheppen.
Dank U Vader, dat ik geschapen ben naar Uw beeld en dat ik op U lijk. Daarom geeft U mijn geloof en zie ik en ontvang ik van U dingen die er nog niet zijn; vervolgens mag ik die, geleid door Uw Geest, uitspreken en zo scheppend bezig zijn in het leven, het gezin en het werk dat U mijn geeft om te doen.