Shop Doneer

Gelovig of niet gelovig

Leestijd: 2 min.
We willen dus mensen en dingen leren indelen en inschatten zoals God dat doet, want dat heeft grote invloed op hoe we de dingen waarderen en tegemoet treden. Bij God zijn de belangrijkste categorieën onder te verdelen in twee groepen: geestelijke of morele. Eerst zullen we de geestelijke categorieën onder de loep nemen, vervolgens de morele.
De fundamentele geestelijke indeling die we uit de Bijbel leren is volgens mij deze: geloof of ongeloof. De meeste mensen in deze wereld denken niet in deze termen. Zij zeggen: "Hij is een aardige man", of "Hij is een intelligent iemand", of "Zij is een oprechte vrouw". De wereld rangschikt over het algemeen niet in termen van geloof en ongeloof. Toch is dit volgens mij de belangrijkste manier waarop God naar de mensen kijkt. Hij rangschikt de mensheid op een andere manier dan dat de meesten van ons zouden doen. Laten we een paar Bijbelteksten bekijken waar we deze indeling van God duidelijk tegenkomen: geloof of ongeloof. Het eerste voorbeeld komt uit Johannes 3:18, waar Jezus het heeft over onze relatie met Hem. Hij zegt:
Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God.
Hier vinden we dat grondbeginsel. Geloven maakt ons vrij van het oordeel; ongeloof houdt ons echter onder het oordeel. God deelt de mensen dus niet in naar een ras of kleur, en ook niet naar denominatie. Nee, zijn categorisering is heel eenvoudig: zij die geloven, en zij die niet geloven. Even verderop, in Johannes 3:36 lezen we:
Wie in de Zoon gelooft, heeft eeuwig leven; doch wie aan de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.
Opnieuw zien we de twee categorieën: Degene die gelooft heeft eeuwig leven, maar de toorn van God blijft op degene die niet gelooft. En dit is niet beperkt tot geloof in de persoon van Jezus, maar op geloof in de hele boodschap van het Evangelie. Mensen moeten geloven in het feit dat ze redding nodig hebben; ze moeten het verzoeningswerk van Jezus, zijn dood en opstanding, aannemen. Toen Jezus (in Markus 16:15-16) Zijn discipelen opdracht gaf om met het Evangelie uit te gaan naar de hele schepping, zei Hij tegen hen:
Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping. Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden.
Dit is de scherpe, altijd blijvende scheidslijn tussen behoudenis en veroordeling: hij die gelooft, en hij die niet gelooft. Wat een genade, als Gods Geest ons overtuigd heeft van zonde, gerechtigheid en oordeel, en dat wij daardoor de redding van Jezus hebben mogen aannemen.

Heer dank U wel dat u mij niet indeelt volgens menselijke categorieën zoals ras, intelligentie of naar maatschappelijke status, maar dat ik mag horen bij de categorie: zij die geloven. Dank U wel dat U mij daarmee uw eeuwige leven belooft en dat ik door mijn voorbeeld ook anderen hierin de weg mag wijzen. Amen.