Shop Doneer

Historische oordelen tegenover eeuwige oordelen

Leestijd: 3 min.

Nu we vorige week de algemene principes van het goddelijk oordeel hebben vastgesteld, zullen we deze week twee duidelijke en afzonderlijke stadia aanduiden waarin Gods oordeel over de mensheid zich voltrekt.

Het eerste van deze twee stadia is Gods oordeel in de tijd– of in de geschiedenis – namelijk dat deel van Gods oordeel dat op het toneel van de menselijke geschiedenis wordt voltrokken. Het tweede van deze twee stadia betreft Gods oordeel ‘in de eeuwigheid’. Het is dit tweede stadium van het oordeel waarnaar verwezen wordt in Hebreeën 6:2 en dat daar ‘eeuwig oordeel’ wordt genoemd. Eeuwig oordeel wordt niet geveld op het toneel van de tijd of van de menselijke geschiedenis. Eeuwig oordeel is het oordeel dat iedere menselijke ziel in de eeuwigheid wacht, wanneer de tijd en de geschiedenis tot een einde zijn gekomen.

Het hoofddoel van onze studie is het onderzoeken van het onderwijs dat de Bijbel geeft aangaande het tweede stadium van Gods oordeel – dat is dus Gods oordeel in de eeuwigheid. Het is echter nuttig om te beginnen met een kort onderzoek naar het eerste stadium – Gods oordeel in de geschiedenis. Op deze manier, als we dit logische en bijbelse onderscheid tussen Gods oordeel in de geschiedenis en Gods oordeel in de eeuwigheid nauwkeurig onderzoeken, dan kunnen we ook bepaalde uitspraken van de Schrift met elkaar verenigen die soms worden beschouwd alsof ze met elkaar in tegenspraak zijn.

In Exodus 20:4-6 lezen wij het volgende gebod en de waarschuwing die God aan Israël geeft:
U zult voor uzelf geen beeld maken, geen enkele afbeelding van wat boven in de hemel, of beneden op de aarde, of in het water onder de aarde is. U zult zich daarvoor niet neerbuigen, en die niet dienen, want Ik, de HEERE, uw God, ben een na-ijverig God, Die de misdaad van de vaderen vergeldt aan de kinderen, aan het derde en vierde geslacht van hen die Mij haten, maar Die barmhartigheid doet aan duizenden van hen die Mij liefhebben en Mijn geboden in acht nemen.

Later herinnert Jeremia de Heer zowel aan de belofte als aan de waarschuwing die Hij aan Israël had gegeven: U, Die goedertierenheid bewijst aan duizenden, Die de ongerechtigheid van de vaderen vergeldt in de schoot van hun kinderen na hen... (Jeremia 32:18)

Deze passages in de Schrift, en andere van gelijke strekking, wijzen er duidelijk op, dat op z’n minst in bepaalde gevallen, de zonden van een generatie het oordeel van God bewerken over navolgende geslachten, zelfs tot in het derde en vierde geslacht. Omgekeerd kan de gerechtigheid van een geslacht de zegen van God bewerken over vele duizenden van hun nakomelingen. Teksten als deze hebben alle te maken met Gods oordelen in de tijd – dat is, in de geschiedenis.

Gebed van de dag

Heer God en Vader, help mij om in mijn omgeving en in deze tijd een levend getuige te zijn van U, die als Enige al onze lofprijs en aanbidding waard is. U zal ik loven en aanbidden, en Uw naam en grootheid bekendmaken aan ieder die het horen wil. Amen.

Gebed voor DPM wereldwijd

ZIMBABWE

De pastors Theuns en Deirdre (met hun 3-jarige tweeling) zijn zendelingen uit Zuid Afrika. Na een recente zendingsconferentie in Pretoria hebben ze onderwijsmateriaal van Derek mee terug genomen.

  • Bid voor Theuns en Deirdre die werken met de meest jonge Zimbabweanen die naar hun kerk komen. Het percentage werkloosheid bedraagt 95, en deze jonge mensen ontvangen onderwijs, bediening en een opleiding, waardoor ze in hun onderhoud kunnen voorzien en hoop hebben.
  • Bid voor Theuns, die te kampen heeft met pijn in zijn rug, en misschien een operatie moet ondergaan.
  • Bid dat hun kerk sterk is en als een lichtbaken dient voor Zimbabwe.

Weekvers: Exodus 20:5-6 (NBV)

Kniel voor zulke beelden niet neer, vereer ze niet, want Ik, de HEER, uw God, duld geen andere goden naast Mij. Voor de schuld van de ouders laat Ik de kinderen boeten, en ook het derde geslacht en het vierde, wanneer ze Mij haten;maar als ze Mij liefhebben en doen wat Ik gebied, bewijs Ik hun Mijn liefde tot in het duizendste geslacht.