Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

In geloof mogen we ons Gods beloften toe-eigenen

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 77

Zonder geloof is het echter onmogelijk God te behagen. Want wie tot God komt, moet geloven dat Hij is, en dat Hij beloont wie Hem zoeken.
(Hebreeën 11:6)

In geloof mogen we ons Gods beloften toe-eigenen
Voor iedere nood is er ergens in Gods Woord een belofte die wij ons door geloof in Jezus’ volbrachte werk mogen toe-eigenen. Er zijn drie stappen die een christen moet nemen:
1. Allereerst moet hij de Heilige Geest vragen hem te leiden naar de speciale belofte of beloften die van toepassing zijn op zijn situatie en die zijn nood lenigen.
2. Ten tweede moet hij in zijn leven gehoorzaam zijn aan de bijzondere voorwaarden die aan die beloften verbonden zijn.
3. Ten derde moet hij zich onwankelbaar en positief de uitwerking van die beloften toe-eigenen in zijn ervaring.
Dit is geloof in actie. En dit soort geloof, zo schrijft Johannes in 1 Johannes 5:4, is de overwinning die de wereld overwonnen heeft. Het geheim van deze overwinning ligt in het kennen en toepassen van de beloften van Gods Woord.
Petrus vermeldt dezelfde waarheid heel krachtig in zijn tweede brief:Immers, Zijn Goddelijke kracht heeft ons alles geschonken wat tot het leven en de godsvrucht behoort, door de kennis van Hem Die ons geroepen heeft door Zijn heerlijkheid en Zijn deugd. Daardoor heeft Hij ons de grootste en kostbare beloften geschonken… (2 Petrus 1:3-4)
Ook zegt Petrus ons hier dat God ons al voorzien heeft van alles wat we ooit nodig mogen hebben voor leven en godsvrucht, en dat deze voorziening beschikbaar is gekomen door Christus, door het toe-eigenen van Gods buitengewoon grote en kostbare beloften.
Hier moet echter wel een waarschuwing aan worden toegevoegd: de overgrote meerderheid van Gods beloften is voorwaardelijk. Er zijn voorwaarden aan verbonden die vervuld moeten worden voordat men zich de belofte kan toe-eigenen. In Psalm 37:5 staat bijvoorbeeld: Wentel uw weg op de Here en vertrouw op Hem, en Hij zal het maken. (NBG)
De belofte hier luidt: ...en Hij zal het maken. Dat wil zeggen: ‘Hij zal de weg van de gelovige voor hem banen.’ De twee voorwaarden, die eerst worden vermeld, zijn: ‘Wentel uw weg’... en ‘Vertrouw op Hem’. Het woord ‘wentel’ duidt op een eenvoudige, maar besliste daad; het woord ‘vertrouw’ duidt op een voortdurende houding.
De voorwaarden die aan deze belofte verbonden zijn, kunnen dus als volgt geïnterpreteerd worden: Ten eerste, stel een heldere, vastbesloten daad van toewijding. Ten tweede, volhard daarna in een voortdurende houding van vertrouwen. Wanneer aan deze twee voorwaarden is voldaan, kan de gelovige zich de daaruit voortkomende belofte, namelijk ‘Hij zal het maken’ toe-eigenen, op de manier die in zijn specifieke situatie van toepassing is.
Dit soort actief, zich toe-eigenend geloof is de sleutel tot overwinnend leven als christen. Het moet gebaseerd zijn op de beloften van Gods Woord en het moet de drie opeenvolgende stappen volgen:
1. Het vinden van de toepasselijke belofte
2. Het vervullen van alle daaraan verbonden voorwaarden
3. Het toe-eigenen van de vervulling van de belofte
Onder deze voorwaarden is het gebied dat het christelijk geloof bestrijkt even wijds en uitgestrekt als de ‘talrijkheid’ van Gods beloften.


Lieve Vader God, wat ben ik U dankbaar voor de uitgestrekte, bijna onvoorstelbare vergezichten die wij mogen zien en betreden als onze ogen opengaan voor de wijdsheid van ons ‘geloofsbereik’! Dank U Heer, dat U ons steeds opnieuw uitdaagt om U en de vestiging van Uw Koninkrijk in ons leven – en door ons leven heen – nog veel meer ruimte te geven… Gebruik mij Heer! Amen.