Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

Is vrucht het bewijs van de doop in de Heilige Geest?

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 150

Al deze dingen echter werkt één en dezelfde Geest,
Die aan ieder afzonderlijk uitdeelt zoals Hij wil.
(1 Korinthiërs 12:11)
Is vrucht het bewijs van de doop in de Heilige Geest?
Degenen die beweren dat het spreken in tongen niet persé het bewijs is dat iemand de doop in de Heilige Geest ontvangen heeft, zijn redelijkerwijs verplicht ons op grond van de Bijbel een ander bewijs aan de hand te doen, waardoor we kunnen weten dat iemand de doop in de Heilige Geest ontvangen heeft. Zo’n ander bewijs, dat vrij algemeen naar voren wordt gebracht, is dat van geestelijke vrucht. De gedachte daarachter is dat van iemand niet kan worden aangenomen dat hij de doop in de Heilige Geest ontvangen heeft, zolang hij in zijn leven niet heel duidelijk eerst de vrucht van de Heilige Geest heeft laten zien.
De volledige opsomming van de vrucht van de Heilige Geest wordt door Paulus gegeven in Galaten 5:22-23: De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
Deze en andere passages maken duidelijk: de vrucht van de Geest die op de eerste plaats komt en van waaruit alle andere zich ontwikkelen, is liefde. Nu zal alleen een heel dwaze en oppervlakkige christen ooit loochenen dat geestelijke vrucht in het algemeen en liefde in het bijzonder van het allergrootste belang is in het leven van iedere christen. Dit betekent echter niet dat we geestelijke vrucht kunnen accepteren als het bijbelse bewijs voor het feit dat we de doop in de Heilige Geest ontvangen hebben. Dit criterium, geestelijke vrucht, moeten we zelfs verwerpen, aangezien het op twee belangrijke punten in strijd is met de Bijbel:
1. het is niet het criterium dat de apostelen zelf aanlegden
2. het ziet voorbij aan het bijbelse onderscheid tussen gave en vrucht
Laten we eerst gaan kijken naar het criterium dat de apostelen op grond van hun eigen ervaring hebben aangelegd. Toen de eerste discipelen op de Pinksterdag de doop in de Heilige Geest ontvingen, die gepaard ging met het uiterlijke teken van het spreken in nieuwe tongen, heeft de apostel Petrus niet enkele weken of maanden gewacht om te zien of deze ervaring in zijn leven, en in dat van de anderen, wel significant méér geestelijke vrucht zou voortbrengen dan zij voorheen hadden gehad. Integendeel, op hetzelfde ogenblik stond hij op en zei, zonder twijfel of voorbehoud: ...dit is wat gesproken is door de profeet Joël: En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God: dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees...(Handeling 2:16-17)
Welk bewijs had Petrus om deze uitspraak te kunnen doen? Alleen het feit dat zij allen in andere tongen begonnen te spreken. Behalve dit was er geen ander bewijs nodig.

Lieve Vader, dank U wel voor Uw voortdurend doorgaande werk in mijn leven. Dank U voor elke nieuwe dag, die voor mij vol is van Uw liefde en kracht. Laat de vrucht van Uw Geest – met in de eerste plaat liefde - in al haar verschillende schakeringen en aspecten, zichtbaar worden in mijn leven. Amen.