Shop Doneer

Komen om bij te dragen

Leestijd: 2 min.
De Pijlers - dag 230


Aan ieder echter wordt de openbaring van de Geest gegeven tot wat nuttig is voor de ander.(1 Korinthiërs 12:7)

Komen om bij te dragen

Gisteren lazen we 1 Korinthiërs 14:29: En laten twee of drie profeten spreken, en laten de anderen het beoordelen. Paulus maakt hier ook duidelijk dat het gebruik van de gave van profetie getoetst moet worden. Hij zegt: ‘laat de anderen het beoordelen’. De ‘anderen’ slaat op de rest van de aanwezige Geest-vervulde gelovigen. Zelfs hierin zien we dat Paulus alle leden erbij betrekt. Hij heeft het niet over één professionele voorganger die moet oordelen, maar hij legt op alle gelovigen de verantwoordelijkheid om dit te doen.
Dit komt overeen met wat Paulus zegt in 1 Thessalonicenzen 5:19-21: Blus de Geest niet uit. Veracht de profetieën niet. Beproef alle dingen, behoud het goede.
Deze drie verzen zijn gericht tot alle christelijke gelovigen en deze verzen moeten gehanteerd worden als één geheel. Het is verkeerd als gelovigen de Geest uitdoven – dat is: de beweging en manifestatie van de Heilige Geest in hun midden verwerpen. Het is ook verkeerd als gelovigen de profetieën verachten – dat is een houding van kritiek, minachting of ongeloof aannemen ten aanzien van de manifestatie van de gave van profetie.
Wanneer deze gave tot uiting komt, dan zijn de gelovigen er echter wél verantwoordelijk voor om deze te toetsen - en dan alleen datgene vast te houden, te aanvaarden, te behouden, wat goed is en overeenstemt met de maatstaven en voorbeelden van de Bijbel.
Daaruit zien we dat Paulus zorgvuldig waakt voor alles wat onecht of onordelijk is in het gebruik van geestelijke gaven. Maar met deze ene aanwijzing vermeldt hij herhaaldelijk en nadrukkelijk dat alle gelovigen in de gemeente de openlijke manifestatie van geestelijke gaven kunnen en behoren te beoefenen, en zich daarin te verheugen. In dit verband wijst hij specifiek en in het bijzonder de drie gaven van tongen, vertolking en profetie.
Wat is in een gemeente het resultaat, als alle leden vrij en openlijk bovennatuurlijke geestelijke gaven op deze manier tot uiting laten komen? In 1 Korinthiërs 14:26 beschrijft Paulus de soort diensten die hiervan het gevolg zijn:
Hoe is het dan, broeders? Telkens wanneer u samenkomt, heeft iedereen een psalm, of hij heeft een onderwijzing, of hij heeft een andere taal (‘tong’ NBG), of hij heeft een openbaring, of hij heeft een uitleg. Laat alles gebeuren tot opbouw.
Die uitdrukking ‘ieder van u’ geeft een model aan. Het impliceert actieve deelname aan het gebruik van de gaven door alle leden. Als christenen vandaag samenkomen, dan doen zij dat in het algemeen gesproken met als belangrijkste doel dat zij iets zullen ontvangen, niet om iets bij te dragen. Ze komen om een zegen te ontvangen, of genezing, of om een prediker te horen.
Maar zo ging het niet in de Nieuwtestamentische gemeente. Daar kwamen de leden niet in de eerste plaats om te ontvangen, maar om bij te dragen. Ieder van hen had iets, dat hem individueel door de Heilige Geest was opgedragen, opdat hij op zijn beurt kon bijdragen aan de totale aanbidding en dienst van de gemeente.
Hemelse Vader, wilt U mij helpen om vrijmoedig te zijn in het gebruik van de Geestesgaven, om op die manier bij te dragen aan onze diensten en zo te helpen onze gemeente geestelijk sterker en vitaler te maken in deze wereld. Amen.