Gisteren sloten we af met die prachtige one-liner van een collega-prediker: ,,Gods wil zal je nooit ergens brengen waar Zijn genade je niet vast kan houden." Waar je ook bent, als je in Gods wil bent, dan is Zijn genade genoeg voor jou. Altijd! Ik dank God voor de jaren die ik als jonge gelovige doorbracht in het leger! Voor mijn diensttijd in het leger had ik een lange, degelijke en zeer gedetailleerde universitaire opleiding gehad. Toch was het meest nuttige deel van Gods opleiding voor mij, mijn tijd in het Britse leger. Het was zeker niet het leukste deel, maar wel het meest nuttig!
Nadat ik gered was en gedoopt in de Heilige Geest, zat ik een periode van ongeveer zes maanden in de Noord-Afrikaanse woestijn, midden in de Noord-Afrikaanse situatie van de Tweede Wereldoorlog. Ik was onderdeel van een medisch team en we raakten verdwaald in de woestijn, achter de vijandige linies. Ongeveer 24 uur lang wisten we niet of we gevangen genomen zouden worden of dat we veilig terug zouden komen. In die situatie kwam er een sterke vrachtwagenchauffeur op me af, een grote kerel die vloekte, en die ongetwijfeld een goddeloos leven leidde. Maar hij zei in alle oprechtheid: ,,Korporaal Prince, ik ben blij dat u bij ons bent..." Hij was gevoelig genoeg om te weten dat mijn aanwezigheid een verschil maakte. Twee jaar lang heb ik in de woestijn met dit legeronderdeel doorgebracht, en nooit hebben ze één man verloren. Nadat ik weg ging, hebben ze helaas wel vele mannen verloren. Daarmee wil ik zeggen: Wij, als volgelingen van de Heer Jezus, zijn als korrels zout. Onze aanwezigheid maakt een verschil. Er zou geen enkele gelovige moeten zijn die er niet in slaagt een verschil te maken.
Tegen het einde van de oorlog kreeg ik de leiding over het toelatingskantoor van een ziekenhuis op de Olijfberg. Een jonge onderkorporaal kreeg de opdracht om met mij te werken. Tijdens de eerste twee weken praatte ik, om wat voor reden dan ook, niet direct met hem over God of religie. Maar op een dag kwam een andere onderkorporaal langs en terwijl deze twee in mijn aanwezigheid stonden te praten, vloekte de onderkorporaal en lasterde God. Plotseling herstelde hij zichzelf, begon te blozen, draaide zich om en zei tegen mij: ,,Sorry korporaal Prince, ik wist niet dat u hier was. Anders had ik dat niet gezegd." Ik had hem nooit verteld hoe ik tegenover vloeken stond, en ik had tot op dat moment zelfs niet met hem over God gesproken. Maar mijn aanwezigheid overtuigde hem dat het verkeerd was. Dat is wat er gebeurt als je zout bent. Maar als er in je omgeving niets verandert, dan ontbreekt er iets.
Nog een groot voordeel van zout is dat het conserveert. Vóór de tijd van de koelkast, als mensen op lange reizen gingen en hun vlees wilden bewaren, zoutten ze het. Zout houdt namelijk bederf tegen. En aangezien wij het zout van de aarde zijn, moeten wij dus bederf voorkomen. Zolang wij op de aarde aanwezig zijn, kunnen de machten van het kwaad - goddeloosheid, rebellie, onreinheid, enz. dus alle krachten die verrotting en bederf veroorzaken - niet tot volheid komen. Wij zijn hier om de machten van bederf te arresteren en tegen te houden - of die nu hun invloed doen gelden op moreel gebied, sociaal gebied, relationeel, economisch of politiek... Wij zijn verantwoordelijk om de machten van bederf tegen te houden, want wij zijn het zout van de aarde.
Als onze aanwezigheid de aarde niet aanbeveelt bij God en ervoor zorgt dat Hij anders met de wereld omgaat dan Hij zou doen als wij er niet waren, dus als wij het bederf niet tegenhouden, weet je wat we dan zijn geworden? Zout dat zijn smaak - zijn werking - heeft verloren. We zijn zouteloos zout geworden. En weet je nog wat Jezus zei over zout dat zijn smaak heeft verloren? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden (Matth. 5:13). In vrijwel elke situatie is de frase 'het deugt-nergens-voor' één van de ergste beoordelingen die iemand kan krijgen. Een 'deugt-nergens-voor' is ongeveer zo erg als maar kan. En dat is de Gemeente, als ze haar werk niet doet... Dit is een serieuze waarschuwing van onze Heer Jezus, die ons Zijn kracht en leiding wil geven om de werken te doen die Hij van tevoren voor ons heeft bereid. (Zie Efeze 2:12)