Vanwege het Paasweekend zullen bestellingen op 2 april pas verzonden worden.

sluit
Shop Doneer

Oproep aan Gods kinderen

Leestijd: 2 min.
Gisteren sloten we af met het leidende principe dat de vraag 'Vrees ik God?' de onderliggende, drijvende kracht moet zijn van alle relaties die de Heer ons toevertrouwt: vriendschapsrelaties, liefdesrelaties, werkrelaties, gemeenterelaties... voor al onze relaties en betrekkingen geldt dat onze vrees voor de Heer de onderliggende, vanzelfsprekende drijfkracht moet zijn. Als wij conflicten hebben, dan is het niet een kwestie van botsende menselijke persoonlijkheden, het gaat om God Zelf en om Zijn verwachtingen van ons. Hij verwacht van ons dat wij ons aan elkaar onderwerpen, dat mannen zich aan Hem onderwerpen, en dat vrouwen zich aan hun man onderwerpen, en dat kinderen zich aan hun ouders onderwerpen.
Als we Gods zegen willen ontvangen, dan moeten we aan deze voorwaarde voldoen. Laten we eens kijken naar een laatste grote, onveranderlijke reden waarom ieder van ons de vreze des Heren zou moeten najagen.
Maar zoals Hij Die u geroepen heeft, heilig is, word zo ook zelf heilig in heel uw levenswandel, want er staat geschreven: Wees heilig, want Ik ben heilig. En als u Hem als Vader aanroept Die zonder aanzien des persoons naar ieders werk oordeelt, wandel dan in de vreze des Heeren, gedurende de tijd van uw vreemdelingschap, in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam.
(1 Petrus 1:15-19)
Deze woorden zijn duidelijk niet gericht tot zondaren. Ze zijn gericht aan Gods volk, aan hen die in Hem geloven en zijn gered. Tegen hen zegt Petrus: "wandel dan in de vreze des Heeren, gedurende de tijd van uw vreemdelingschap" (vers 17). En hij geeft twee redenen waarom we deze houding van diep ontzag nodig hebben.
Ten eerste zegt hij dat wij allemaal over onszelf verantwoording zullen moeten afleggen aan God de Vader. Er wacht ons allemaal een oordeel. Geen oordeel van eeuwige veroordeling, maar wel een oordeel dat ons leven zal evalueren - ons dienstbetoon en onze trouw. Zoals Paulus ook schrijft in 2 Korinthe 5:10: Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat ieder vergelding ontvangt voor wat hij door middel van zijn lichaam gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad. Ik geloof dat we deze realiteit continu voor ogen moeten houden.
Ten tweede moeten wij diepe vreze hebben vanwege de ontzagwekkende prijs die God bereid was te betalen voor onze verlossing. Wij zijn niet betaald met vergankelijke dingen, zilver of goud, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam (1 Petrus 1:18-19). Het meest kostbare van het hele universum is gebruikt als betaalmiddel voor onze verlossing. Die zwaarwegende waarheid zou ons moeten bewegen om ons leven te leven in vreze des Heren, zodat we geen dingen doen die Degene die deze enorme prijs voor ons heeft betaald, zullen onteren of kwetsen.

Hemelse Vader, dank U wel dat U mij bewust maakt van de onwaarschijnlijk hoge prijs die U heeft betaald om mij vrij te kopen uit de macht van de vijand. Ik wil leven naar de waarde van de prijs die U voor mij betaalde Heer Jezus, om Uw naam te eren en om mijn leven te maken tot een loflied voor U! Amen.