Shop Doneer

Vaderen en moederen namens God

Leestijd: 3 min.
Graag wil ik een persoonlijke ervaring met je delen. Mijn eerste vrouw Lydia en ik hebben negen geadopteerde meisjes grootgebracht. Zes Joodse, één Engels en één Arabisch meisje, en de jongste was Afrikaans.
Toen ik trouwde met mijn tweede vrouw, Ruth, bracht zij drie geadopteerde kinderen in ons gezin. Samen waren we dus verantwoordelijk voor twaalf geadopteerde kinderen.
Graag wil ik het bijzondere verhaal vertellen hoe Lydia en ik het kleine Afrikaanse meisje ontmoetten, dat onze negende geadopteerde dochter werd. Lydia en ik waren in die tijd zendelingen in Kenia en werkten fulltime als onderwijzers aan een opleidingsinstituut voor toekomstige leraren. Op een avond kregen we bezoek van een blanke dame en een zwart echtpaar, met hun kleine baby van ongeveer zes maanden oud. Het kind was duidelijk ernstig ziek en gewikkeld in niets anders dan een vieze handdoek. Ze zeiden: 'We hebben gehoord dat u weeskinderen opneemt in uw gezin.' Mijn vrouw en ik antwoordden: 'Ja, dat hebben we jaren geleden wel gedaan, maar we zijn er nu te oud voor. Bovendien hebben we het veel te druk met ander werk.' Daarop reageerden deze mensen: 'We reizen nu al drie dagen rond en bezoeken ieder gezin - blank, zwart of Aziatisch, om iemand te vinden die dit kleine meisje wil opnemen. We zijn zo moe. Mogen we even een half uurtje uitrusten?' Uiteraard nodigden we hen binnen en zeiden: 'Natuurlijk, ga zitten.' Na een half uurtje stonden ze op om weer verder te gaan. Toen ze mij passeerden, strekte het kleine baby'tje haar handje naar me uit, alsof ze wilde zeggen: 'Wat doe je met mij?' Ik wendde me tot mijn vrouw en zei: 'Ik denk dat we van gedachten zijn veranderd!' Lydia zei tegen het echtpaar: 'Geef me een week de tijd om een wieg en wat babykleertjes te regelen, en breng haar dan terug.' En zo namen we dit kleine Afrikaanse meisje op in ons gezin.
Ons leven is zoveel rijker geworden door het spontaan opnemen van dat kleine meisje. Ze is inmiddels volwassen, een prachtige gelovige vrouw, getrouwd met een fijne man en samen dienen ze de Heer. Ik huiver als ik bedenk welke zegen we zouden hebben misgelopen als ik de kans voorbij had laten gaan toen Jezus tot ons kwam in de persoon van die kleine, zieke baby.
Onze wereld vandaag is vol kinderen in nood. Niet alleen in andere landen; ook in ons eigen land zijn er vele mogelijkheden het 'omzien naar wezen' vorm te geven. Direct of indirect kunnen we onze hand uitstrekken om kinderen in nood te helpen. Ruth en ik hebben vele jaren lang twee wezen in India en één in Korea financieel ondersteund. Dit zeg ik niet om op te scheppen, maar om iets duidelijk te maken. Als we vanuit onze rijkdom de mogelijkheid hebben om te zegenen, wat houdt je dan tegen? Wat hebben we aan prediking als we niet in praktijk brengen wat we prediken? De financiële adoptie van een weeskind hoeft niet duur te zijn, maar je houdt er wel kinderen - die het beeld zijn van God - mee in leven; bovendien geef je hen de kans om christelijk onderwijs te ontvangen, de goede boodschap van het evangelie te horen en Jezus als redder aan te nemen. Laten we dit onderwerp daarom afronden met een andere bekende uitspraak van Jakobus:
Wie dan weet goed te doen en het niet doet, voor hem is het zonde. (Jakobus 4:17)
Zonde gaat niet alleen over wat we verkeerd doen, maar heeft ook te maken met datgene wat we nalaten te doen. Dit is een confronterende Bijbeltekst, niet bedoeld om ons schuldgevoel aan te praten, maar om ons aan te zetten tot zuivere godsdienst, zoals we gisteren lazen in Jacobus 1:27. Jij en ik kunnen Gods karakter weerspiegelen door onze hand uit te strekken om het zwakke te helpen.

Heer, als U tot mij komt in de persoon van een kind, hoe reageer ik dan? Geef mij de genade Heer, om te denken in mogelijkheden en kansen, in plaats van obstakels en hindernissen, als het erom gaat kinderen te helpen, juist in tijden van economische druk. Heer, U bent de Vader van de Schepping, leer mij de zegen van het uitdelen van Uw Vaderliefde.