Shop Doneer

Van goed naar uitmuntend!

Leestijd: 2 min.
Gods eerste hoofddoel (en daarom het onze!) is dus Gods heerlijkheid. Het tweede hoofddoel van God wil ik 'uitnemendheid', of met een moderner woord 'uitmuntendheid' noemen. 'Uitnemendheid' is ook één van Gods belangrijke doelstellingen. Voor een voorbeeld gaan we even terug naar het scheppingsverhaal in Genesis 1. Elke belangrijke fase in de schepping werd gevolgd door een Goddelijke inspectie. God keurde zijn eigen werk en pas als Hij het stempel 'uitstekend' erop kon zetten, ging Hij door met de volgende fase. We lopen door de sleutelverzen van het scheppingsverhaal heen, te beginnen met Genesis 1:3-4:
  • En God zeide: Er zij licht; en er was licht. En God zag, dat het licht goed was, en God maakte scheiding tussen het licht en de duisternis (NBG). Hij keurde het licht en het voldeed aan zijn standaard. Het was goed.
  • Genesis 1:10: En God noemde het droge aarde, en de samengevloeide wateren noemde Hij zeeën. En God zag, dat het goed was. Hij was tevreden met het land en de zeeën.
  • Genesis 1:12: En de aarde bracht jong groen voort, gewas, dat naar zijn aard zaad geeft, en geboomte, dat naar zijn aard vruchten draagt, welke zaad bevatten. En God zag, dat het goed was. Ook het groen en de planten werden goed bevonden.
  • Vervolgens Genesis 1:16-18: En God maakte de beide grote lichten, het grootste licht tot heerschappij over de dag, en het kleinere licht tot heerschappij over de nacht, benevens de sterren. En God stelde ze aan het uitspansel des hemels om licht te geven op de aarde, en om te heersen over de dag en over de nacht, en om het licht en de duisternis te scheiden. En God zag, dat het goed was. Ook dit moest door God gekeurd worden en aan zijn standaard voldoen.
  • Genesis 1:21: Toen schiep God de grote zeedieren en alle krioelende levende wezens, waarvan de wateren wemelen, naar hun aard, en allerlei gevleugeld gevogelte naar zijn aard. En God zag, dat het goed was. Eerst werden de reptielen en vogels door Hem geïnspecteerd en gemeten naar zijn maatstaf.
  • Genesis 1:25: En God maakte het wild gedierte naar zijn aard en het vee naar zijn aard en alles wat op de aardbodem kruipt naar zijn aard. En God zag, dat het goed was. Daarna moesten de dieren de toets van Gods keuring doorstaan. Hij was niet tevreden totdat ook dit voldeed aan zijn standaard van uitmuntendheid. Maar dan komen we bij het hoogtepunt, en het woordgebruik is hier heel opmerkelijk.
  • Genesis 1:31: En God zag alles wat Hij gemaakt had, en zie, het was zeer goed. Toen was het avond geweest en het was morgen geweest: de zesde dag.
    Aan het eind is het niet alleen 'goed', maar 'zeer goed'. Dit vertelt ons iets heel belangrijks. Elk gedeelte op zich was 'goed'. Maar het geheel, alles bij elkaar, was 'zeer goed'. Hierin ligt het principe dat de som van vele goede dingen beter is dan alle goede dingen apart. Elk gedeelte was goed, maar toen alle gedeelten bij elkaar kwamen, in harmonie met Gods ontwerp en plan, was het geheel samen beter dan de losse stukken. God ziet de dingen altijd in de grotere samenhang, hoezeer Hij ook van ieder individu houdt en liefde heeft voor elk detail, de uitmuntendheid van de schepping komt naar voren in de harmonie, de samenhang van het geheel!

Vader, dank U dat ik uw zoon/dochter mag zijn, met maar één bestemming en plan, namelijk datgene te doen wat U genoegen brengt; mijn basismotivatie is de dingen te doen waar U behagen in schept! Amen.