'Bekijk mijn handen'
Leestijd: 2 min.
|
Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn.
1 Korinthiërs 15:20
'Bekijk mijn handen'
Als we het Bijbelse verslag van de bestemming van het lichaam van de mens niet aannemen, dan hebben we niet het recht om van een ‘weder-opstanding’ te spreken. Als de elementen, waaruit het lichaam van de mens bij de wederopstanding bestaat, niet dezelfde zijn als die waaruit het lichaam oorspronkelijk bestond, dan is er geen logisch of oorzakelijk verband tussen het eerste en het tweede lichaam. De twee lichamen hebben dan in geen enkel opzicht met elkaar te maken, noch in tijd, noch in ruimte. In dat geval kunnen we niet zeggen dat God het lichaam van de mens doet opstaan. We zouden dan in plaats daarvan moeten zeggen dat God de geest van de mens voorziet van een totaal nieuw lichaam, dat in geen enkel opzicht met het vroegere lichaam in verband staat.
Dat is niet wat de Bijbel leert. De Bijbel leert dat er een rechtstreekse continuïteit is tussen het oorspronkelijke lichaam van de mens en het lichaam dat hij zal ontvangen bij de wederopstanding. De continuïteit bestaat hierin, dat dezelfde stoffelijke elementen die het oorspronkelijke lichaam vormden, opnieuw bijeengevoegd zullen worden om het opstandingslichaam te vormen.
De bevestiging van deze wonderbare waarheid is allereerst te vinden in de wederopstanding van Christus zelf. Toen Jezus voor het eerst na Zijn wederopstanding verscheen aan een groep van Zijn discipelen, schrokken zij en waren in de veronderstelling dat wat zij zagen een geestverschijning was, zonder lichaam. Maar Jezus stelde hen onmiddellijk gerust en gaf hun het positieve bewijs van Zijn identiteit en van de werkelijkheid van Zijn lichaam, want in Lukas 24:39-40 zei Hij tegen hen:
Zie Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het Zelf. Raak Mij aan en zie, want een geest heeft geen vlees en beenderen, zoals u ziet dat Ik heb. En terwijl Hij dit zei, liet Hij hun de handen en de voeten zien.
Het geval wilde dat een van de discipelen, Thomas, hierbij niet aanwezig was. Hij wilde niet geloven wat de andere discipelen hem over deze gebeurtenis vertelden. Maar in Johannes 20:27 lezen we dat een week later Jezus opnieuw aan de discipelen verscheen, toen ook Thomas aanwezig was, en deze keer richtte Hij Zich rechtstreeks tot Thomas: Daarna zei Hij tegen Thomas: Kom hier met uw vinger en bekijk Mijn handen, en kom hier met uw hand en steek die in Mijn zij; en wees niet ongelovig, maar gelovig.
Uit deze passages zien we dat Jezus na Zijn opstanding zorgvuldig Zijn discipelen het duidelijkste bewijs gaf dat Hij een werkelijk lichaam had, en dat Zijn lichaam hetzelfde was dat men had gekruisigd. Het bewijs daarvan was te zien in Zijn handen en voeten en in Zijn zijde, die nog de littekens droegen van de spijkers en de speer.
Heer Jezus, terwijl ik lees hoe echt de voelbare littekens war in uw handen, voeten en zij, sta ik erbij stil hoe immens het lijden was dat U droeg, als het zondeloze, onschuldige Lam van God dat de zonden van de wereld droeg… Lieve Heer Jezus, dank U wel voor die kostbare genade! Amen.