De zegen van vergeving
Leestijd: 1 min.
Heer, ik wil met een oprecht hart onbevangen, open eerlijk voor U komen en U werkelijk vertellen wat er in me leeft en wat me bezighoudt. Dank U Vader, dat U dan mijn overtredingen vergeeft, mijn zonden bedekt en die mij niet toerekent. Ik prijs Uw naam! Amen.
|
Gezegend is hij wiens overtredingen zijn vergeven, wiens zonden zijn bedekt. Gezegend is de mens wiens zonde de HEER hem niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is. (Psalm 32:1-2 NIV) De geweldige zegen die hier beschreven staat, kan ons allemaal ten deel vallen. Weet je waarom die zegen voor ons allemaal beschikbaar is? Omdat wij allemaal hebben gezondigd. En in zekere zin geeft het feit dat we zondaars zijn ons toegang tot deze zegen. God is namelijk bereid ons onze zonden te vergeven. Hij is bereid onze zonden te bedekken. Hij is bereid ons deze niet toe te rekenen, als wij ons bekeren, als wij in geloof tot Hem komen. De psalmist noemt drie dingen die God zal doen: 1. Hij zal ons onze overtredingen vergeven. 2. Hij zal onze zonden bedekken. En 3. Hij zal ons onze zonde niet toerekenen. Maar er is één ding dat God van ons verlangt: “… en in wiens geest geen bedrog is”. Van ieder van ons verlangt God oprechtheid, eerlijkheid, openheid. We hoeven geen religieus spelletje te spelen, we hoeven niets in de doofpot te stoppen, we hoeven geen uitvluchten te bedenken. We erkennen nederig en oprecht dat we hebben gezondigd, dat we Gods toorn en oordeel hebben verdiend. Vervolgens wil Hij dat we ons bekeren van onze zonde, we het belijden en erkennen. Dan vergeeft God ons. Laten we ons de gewoonte eigen maken om eerlijk te zijn tegenover God. |