Gisteren zagen we het eerste gevolg van het doen van Gods wil; bovennatuurlijk lichamelijk herstel en nieuwe kracht. Vandaag bespreken we een tweede gevolg van het doen van Gods wil:
Jezus had een ander perspectief, een andere manier van kijken.
Hij begon te spreken over de manier waarop Hij de wereld zag. Hij zei: “Jullie bekijken de wereld op een bepaalde manier en Ik kijk er op een andere manier tegenaan. Jullie zeggen dat er nog vier maanden nodig zijn om de oogst binnen te kunnen halen, maar wat Mij betreft is de oogst al rijp. Ik ben al bezig de schoven binnen te halen”. Hiermee doelde Jezus op Zijn ontmoeting met de Samaritaanse vrouw; Hij was zojuist in dat dorp bezig geweest met oogsten. Een paar minuten later kwam de vrouw terug met alle inwoners uit die plaats en Jezus sprak tot hen. De discipelen keken naar de dingen op een natuurlijke, menselijke manier. Ze zeiden: “Het is nog geen tijd om te oogsten”. Daartegenover had Jezus een geestelijke manier van kijken. Hij zag de dingen in een ander perspectief. Door Zijn toewijding aan Gods wil kreeg Jezus dit geestelijke inzicht.
Een derde aspect vinden we in Johannes 5:30. Jezus bespreekt hier de genezing van een man die al jaren verlamd is en zegt midden in dat gesprek: Ik kan van Mijzelf niets doen. Zoals Ik hoor, oordeel Ik en Mijn oordeel is rechtvaardig, want Ik zoek niet Mijn wil, maar de wil van de Vader, Die Mij gezonden heeft.
Hieruit leren we nog een gevolg van het feit dat voor Jezus het doen van Vaders wil altijd centraal stond, namelijk Jezus' oordeel was juist. Let eens op de woorden: “Mijn oordeel is rechtvaardig”. Of anders uitgedrukt: “Mijn inschatting is juist”. Waarom? Omdat Ik niet mijn eigen wil zoek, maar de wil van Hem die Mij gezonden heeft. Dit is een derde resultaat van toewijding aan de wil van God. Ik noem het “juiste inschatting” of “zuivere onderscheiding”.
Jezus kon niet voor de gek gehouden worden. Hij was niet te misleiden. Jezus onderscheidde de waarheid in ieder die tot Hem kwam. Hij zag hun innerlijke motieven en wist waar ze werkelijk op uit waren. Jezus wist hoe Hij hen kon bereiken en aanraken waar dat nodig was. Hetzij in hun lichaam, hetzij in hun geest.
Hoe kunnen we dus voorkomen dat we mensen en situaties verkeerd beoordelen? De sleutel ligt in Johannes 5:30. Jezus zei: “Mijn beoordeling is juist, mijn onderscheiding is zuiver. Ik zie de dingen zoals ze werkelijk zijn”. Waarom? “Omdat Ik niet mijn eigen wil zoek, maar de wil van Degene die Mij gezonden heeft”.
Jezus’ oordeel over mensen en dingen werd niet vertroebeld door het verlangen Zijn eigen zin te krijgen. Hij was zogezegd ‘neutraal’, open, totdat de Vader Hem aanzette tot actie. Jezus wachtte op de openbaring van de wil van Zijn Vader en daarop baseerde Hij dan een juist en zuiver oordeel.