Doe jij al mee met onze cursus: 'Leven in Gods aanwezigheid? Schrijf je nu in!
Een goed geweten en een discipel worden
Leestijd: 2 min.
(Handelingen 2:38)
|
En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.
Een goed geweten en een discipel worden
Een derde voorwaarde voor de christelijke doop wordt door de apostel vermeld in 1 Petrus 3:21. Hier vergelijkt Petrus de instelling van de christelijke doop in water met de ervaring van Noach en zijn gezin, die gered werden van de toorn en het oordeel van God, toen zij in geloof de ark betraden en gingen bewonen. Toen zij eenmaal in de ark waren, kwamen zij veilig door het water van de zondvloed. Met directe verwijzing naar deze ervaring van Noach en zijn gezin zegt Petrus:
Het tegenbeeld daarvan, de doop, behoudt nu ook ons. Maar niet als een verwijderen van het vuil van het lichaam, maar als vraag aan God van een goed geweten, door de opstanding van Jezus Christus.
Petrus wijst hier allereerst de primitieve suggestie af dat het doel van de christelijke doop een soort reiniging, of baden, van het lichaam is. Veeleer zegt hij, ligt de essentiële voorwaarde voor de christelijke doop in het innerlijke antwoord van het hart van de gelovige - de vraag aan God van een goed geweten. De innerlijke reactie van een goed geweten tot God, zegt Petrus, is mogelijk gemaakt door geloof in de opstanding van Jezus Christus.
De eerste drie voorwaarden voor de doop - bekering, geloof, en het antwoord van een goed geweten - worden samengevat in een vierde vereiste: een discipel worden. In Mattheüs 28:19-20 draagt Christus Zijn apostelen op de boodschap van het Evangelie te brengen tot alle volken:
Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen.
Het maken van discipelen gaat vooraf aan het dopen, en bestaat eruit degenen die het Evangelie horen mee te nemen door de eerste stadia van bekering, geloven en een goed geweten. Hierdoor kunnen nieuwe gelovigen in aanmerking komen voor de doop, een stap waardoor zij zich in het openbaar verbinden aan een leven van discipelschap.
Na deze openbare daad van toewijding moeten degenen die gedoopt zijn verder en diepergaand onderwijs ontvangen, opdat zij ware discipelen mogen worden - sterke, verstandige en verantwoordelijke christenen.
Wij zullen nu de Bijbelse vereisten voor de doop samenvatten. De persoon die gedoopt gaat worden moet allereerst genoeg van het Evangelie gehoord hebben zodat hij het wezen van deze stap begrijpt. Hij moet berouw hebben over zijn zonden. Hij moet zijn geloof belijden dat Jezus Christus de Zoon van God is. Hij moet met een goed geweten tot God kunnen antwoorden dat hij aan al Gods eisen voor zijn behoud heeft voldaan.
Om in aanmerking te komen voor de christelijke doop volgens de Nieuwtestamentische maatstaven, moeten mensen aan deze vier voorwaarden voldoen. Omgekeerd, als iemand niet aan deze voorwaarden kan voldoen, dan komt hij niet in aanmerking voor de doop.
Heer Jezus, vandaag wil ik U opnieuw, nogmaals danken voor Uw volledige, totale voorziening voor een leven dat God is toegewijd door bekering en geloof! Dank U Heer, voor die geweldige genade! Amen.