Shop Doneer

Godsvrucht heeft een 'aanwezigheid'

Leestijd: 2 min.
Weekthema:
De vijfde bouwsteen: Godsvrucht
We gaan nog even terug naar een stukje uit onze basistekst uit 2 Petrus 1:6 waar we kijken naar de volgende bouwsteen die we toevoegen aan de bouw van ons levenshuis, op onze weg naar volmaaktheid:
...(voeg) aan de volharding godsvrucht (toe)...
Hoe velen van ons horen vandaag het woord 'godsvrucht' nog wel eens genoemd worden? Het is bijna verdwenen uit ons taalgebruik en misschien zelfs wel uit onze woordenschat. Eén van de redenen hiervoor is dat er vandaag de dag heel weinig van gevonden wordt in de wereld om ons heen. Als je bij iemand in de buurt bent die de karaktereigenschap van godsvrucht heeft, dan doet hij of zij je denken aan God. Dat is mijn persoonlijke definitie van godsvrucht. Bij zo iemand merk je de tegenwoordigheid van God.
Ik wil kort een incident aanhalen van toen ik - tijdens WOII - diende in het Britse leger. Ik wil mezelf niet verheffen als een voorbeeld van godsvrucht, maar het is gewoon een sprekende illustratie. Direct nadat ik gered werd, heb ik de volgende vierenhalf jaar in het leger doorgebracht. Nu is het leger vast en zeker niet de moeilijkste plek om christen te zijn, maar het is zeker ook niet de gemakkelijkste.
In die tijd heb ik mijn getuigenis nooit losgelaten en ik heb nooit geschipperd wat betreft mijn getuigenis als gelovige in Jezus Christus. Kort voordat ik in Jeruzalem van mijn taak ontheven werd, diende ik in het ontvangstkantoor van het ziekenhuis op de Olijfberg. Mocht je ooit in Jeruzalem zijn geweest: wat nu een Luthers ziekenhuis is, was toen Nummer 16 Brits Algemeen Ziekenhuis.
Ik was korporaal en onder mij diende een jonge soldaat 1e klasse. In de tijd dat we samen dienden, was er nooit een gelegenheid of aanleiding geweest om iets tegen hem te zeggen over de Heer of over het Evangelie. Op een dag bevonden zich drie of vier mensen in het ontvangstkantoor en in de loop van het gesprek dat plaatsvond, vloekte hij, lelijk en smerig. Onmiddellijk keek hij naar mij, kreeg een kleur en zei: "Sorry, korporaal Prince, ik had niet gezien dat u hier was".
Zoals ik al zei: ik had nooit iets tegen hem gezegd over God, noch vóór noch na die tijd. Maar door mijn aanwezigheid besefte hij dat er een God is Die bepaalde normen heeft. Ik denk dat God in zekere zin dit bedoelt met godsvrucht. We sluiten dit voorbeeld af met een citaat uit 1 Timotheüs 4:7-8 waar Paulus aan Timotheüs de volgende instructie geeft:
Maar verwerp de onheilige en onzinnige verzinsels en oefen uzelf in de godsvrucht. Want de oefening van het lichaam is van weinig nut, maar de godsvrucht is nuttig voor alle dingen, omdat zij de belofte van het tegenwoordige en van het toekomende leven heeft.

Heer, ik wil me toewijden om ook mijn denken schoon te houden van onheilige en onzinnige verzinsels, zodat ik in mijn spreken een getuige ben van mijn hemelse Vader. Amen.