Horen en geloven is de basis
Leestijd: 2 min.
(Handelingen 2:38)
|
En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.
Horen en geloven is de basis
Laten we nu verder gaan met die andere gebeurtenis waarover het Nieuwe Testament vertelt dat er in één keer een heel huisgezin werd gedoopt. Dit wordt verteld in Handelingen 16. Het is het huisgezin van de gevangenbewaarder van Filippi. Als gevolg van een bovennatuurlijke aardbeving waarbij de gevangenisdeuren open sprongen en Paulus en Silas en de andere gevangenen vrijkwamen, kwam er grote vrees en schuldbesef over de gevangenbewaarder. Hij wilde weten hoe hij gered kon worden. Het voorval van de redding van de gevangenbewaarder en de doop van zijn hele gezin, wordt vermeld in Handelingen 16:29-34:
En toen hij (de cipier) om licht gevraagd had, sprong hij naar binnen en begon erg te beven, en hij viel voor Paulus en Silas neer; en hij bracht hen naar buiten en zei: Heren, wat moet ik doen om zalig te worden? En zij zeiden: Geloof in de Heere Jezus Christus en u zult zalig worden, u en uw huisgenoten. En zij spraken het Woord van de Heere tot hem en tot allen die in zijn huis waren. En hij nam hen in dat nachtelijke uur met zich mee en waste hun striemen, en hij werd onmiddellijk gedoopt, en al de zijnen. En hij bracht hen in zijn huis en richtte voor hen de tafel aan. En hij verheugde zich dat hij met al zijn huisgenoten tot geloof in God gekomen was.
Als we dit verslag zorgvuldig bestuderen, dan zien we dat de gevangenbewaarder en de leden van zijn huisgezin drie ervaringen gemeenschappelijk hadden. We lezen in vers 32 dat Paulus en Silas het Woord van de Heere tot hem spraken en tot allen die in zijn huis waren... Dat wil zeggen, alle leden van zijn huisgezin hoorden de boodschap van het Evangelie. In vers 33 lezen we dat de gevangenbewaarder en al de zijnenonmiddellijk werden gedoopt. Dat wil zeggen, alle leden van zijn huisgezin werden gedoopt. In vers 34 lezen we dat de gevangenbewaarder zich verheugde dat hij met al zijn huisgenoten tot geloof in God gekomen was. Dat wil zeggen, alle leden van zijn huisgezin geloofden in God.
Hieruit leren we dat alle leden van het huisgezin van de gevangenbewaarder niet alleen werden gedoopt, maar dat ze allen ook de boodschap van het Evangelie hoorden en geloofden. Dit laat ons zien dat ze allen konden voldoen aan de voorwaarden die het Nieuwe Testament voor de doop stelt, en dat er geen zuigelingen onder hen waren.
Noch in het huisgezin van Cornelius, noch in het huisgezin van de gevangenbewaarder van Filippi, noch op enige andere plaats in het Nieuwe Testament wordt zelfs maar gesuggereerd dat zuigelingen voor de doop in aanmerking zouden kunnen komen.
|