Gisteren lazen we hoe Paulus aan de Galaten vroeg wie hen had betoverd. Blijkbaar was er iets gebeurd dat hun zicht op het kruis had verduisterd. In feite was een kwade, satanische kracht binnengekomen en die had hun begrip van het kruis afgesloten. Door het woord betoverd te gebruiken - in het Grieks staat er baskaino - bestempelde Paulus die kracht als toverij. Ik zal hier geen diepgaande analyse geven van toverij, maar het is belangrijk te begrijpen dat gered zijn, of vervuld zijn met de Heilige Geest, of het zien van wonderen, geen garantie biedt tegen misleiding. Het is nog steeds mogelijk voor satanische invloeden om werkzaam te zijn onder christenen, en het voornaamste doel van die demonische machten is het zicht op het kruis te vertroebelen. Als we ons zicht op het kruis verliezen - de enige basis voor Gods totale voorziening - dan missen we ons fundament. Bovendien is het kruis de plaats waar Jezus satan en diens koninkrijk versloeg. Hij [Jezus] heeft de overheden en machten ontwapend en openlijk tentoongesteld en zo over hen gezegevierd, schreef Paulus in Kol. 2:15. Satan kan de nederlaag die het kruis voor hem betekende nooit meer ongedaan maken. Daarom begint hij aan de andere kant en is het zijn belangrijkste strategie om christenen af te houden van wat er bereikt is aan het kruis. Paulus begint bijna elk van zijn brieven met dankzegging voor wat God gedaan heeft in de gemeente die zijn brief ontvangt. Zelfs als hij de gemeente in Korinthe noodgedwongen terecht moet wijzen aangaande incest, overspel en nota bene dronkenschap aan de tafel des Heren, dan nog begint de apostel zijn eerste brief aan de Korintiërs met God te danken voor de genade die Hij hen geschonken heeft (zie 1 Kor. 1:4). Maar in Paulus' brief aan de christenen in Galatië neemt hij geen tijd voor dankzegging, maar toont vrijwel onmiddellijk zijn enorme bezorgdheid over hen! Hij zegt al in het zesde vers: Het verbaast mij, dat gij u zo schielijk...laat afbrengen tot een ander evangelie(Gal. 1:6). Wat was het probleem? Niet dronkenschap of immoreel gedrag. Het probleem was wetticisme. Paulus was meer ontzet over wetticisme dan over zonden van het vlees. De toverij die deze gemeente was binnengekomen, had twee gevolgen. Ten eerste waren ze vleselijk geworden. In Galaten 5:13-24 geeft Paulus de Galaten een niet mis te verstane waarschuwing tegen de werken van het vlees: immoraliteit, onreinheid, etc. Toverij moet de weg voor zulke zonden van het vlees hebben geopend. Doordat ze hun blik op het kruis waren kwijtgeraakt, waren de Galaten erg wettisch geworden en probeerden rechtvaardigheid te bereiken door zich aan een set regels te houden. Door onze blik altijd gericht te houden op het kruis en wat Jezus daar voor ons bewerkte, voorkomen we dat we ooit gaan vertrouwen op eigen kracht, wat weer de deur opent voor wetticisme. Morgen zullen we dieper ingaan op de essentie van wetticisme en hoe toverij daarmee samenhangt, maar voor vandaag sluiten we af met een gebed waarin we een nieuwe toewijding maken om niet te leven vanuit eigen kracht, maar vanuit Gods genade. |