Doe jij al mee met onze cursus: 'Leven in Gods aanwezigheid? Schrijf je nu in!

sluit
Shop Doneer

Leef door geloof in Gods Woord

Leestijd: 2 min.
Tot nu toe hebben we gezien: Geloof werkt precies in de tegengestelde richting van verleiding, die feitelijk een afleiding is van God en Zijn aanwezigheid in ons leven. Geloof vraagt van de mens dat hij het vertrouwen op zijn natuurlijke zintuigen loslaat, en ook zijn egocentrische ambitie om zichzelf te verheffen en onafhankelijk te worden van God. Bovendien laat geloof opnieuw het opperste gezag gelden van het onzichtbare Koninkrijk van God en Zijn Woord, en eist het van het menselijke ego zich te vernederen en zijn afhankelijkheid van God te erken­nen. Op deze manier doet het geloof de gevolgen van de zondeval teniet en opent het de weg voor de mens om terug te keren naar zijn oorspronkelijke relatie met God. (Gisteren en vandaag vieren we de geboorte van Hem die die terugkeer mogelijk maakte.) Aan de ene kant wordt de mens dus geconfronteerd met Gods eis van geloof en aan de andere kant trekken zijn zintuigen aan hem. Zo bevindt de mens zich in een dilemma, gevangen in een spanning tussen twee tegengestelde krachten. De twee tegengestelde polen van deze spanning vinden we in Habakuk 2:4: Zie, zijn ziel is hoogmoedig, niet oprecht in hem, maar de rechtvaardige zal door zijn geloof leven.

Zoals we al eerder hebben opgemerkt, wordt de tweede helft van dit vers in het Nieuwe Tes­tament driemaal geciteerd en vormt het de Bijbelse basis voor rechtvaardiging door geloof, in plaats van door werken. De volledige omvang van het dilemma kunnen we echter pas zien als we de twee helften van het vers tegenover elkaar stellen en ze zien als een tegenstelling, waarbij het ene het andere uitsluit. De eerste helft is een beschrijving van 'de ziel', in zijn rebellie tegen God. De joodse versie luidt: ... opgeblazen, niet recht, is zijn ziel in hem... Dit komt overeen met wat Johannes noemt een hoogmoedig leven. We zouden het ook zo kunnen zeggen: De ziel die zichzelf verheft, wordt verdorven. Het ego van de mens die zichzelf verhoogt, wijst de eisen van God en Zijn Woord af en kiest ervoor op zijn eigen zintuigen te vertrouwen, dus stelt zich onafhankelijk op van God. De tweede helft van het vers beschrijft het alternatief. De mens die in zijn leven het geloof tot zijn fundament maakt, vernedert zichzelf voor God, aanvaardt Gods Woord als zijn maatstaf en verwerpt het vertrouwen in zichzelf en zijn zintuigen. De zintuigen doen een beroep op het onafhankelijke, zichzelf verheffende ego, maar geloof maakt het ego van de mens nederig en zegt in feite: 'Je bent niet onafhankelijk. Je moet op God vertrouwen.' Je kunt je zintuigen alleen vertrouwen voor zover ze overeenkomen met Gods Woord. Je uiteindelijke maatstaf voor goed en kwaad, voor waarheid of leugen, is niet wat je zintuigen je vertellen, maar wat God zegt in Zijn Woord.' We blijven in de waarheid en zullen leven, door ons geloof in Gods eeuwige, standvastige en altijd waarachtige Woord.
Heer, nooit zal ik afwijken van de waarheid van Uw Woord, of gedachten koesteren die ingaan tegen Jezus, die Zichzelf openbaarde als de Weg, de Waarheid en het Leven. Dank U Vader, dat Hij de weg heeft opengemaakt, om volledig te leven in relatie met U, doordat ik geloof! Amen.