Shop Doneer

Op het altaar gelegd

Leestijd: 1 min.
Weekthema:
Mijn vader heeft mij gemaakt
In Romeinen 12:1 draagt Paulus ons op om onze lichamen te offeren terwijl we nog leven:
Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend slachtoffer, heilig en voor God welgevallig, dat is uw redelijke godsdienst.
Als je je lichaam als een levend offer aan God aanbiedt, dan claim je niet langer zeggenschap over je lichaam. Jij beslist niet langer waar je lichaam naartoe gaat. Jij beslist niet langer wat je lichaam doet. Je beslist niet langer wat je lichaam eet of wat het zal dragen. Je hebt het recht op zulke beslissingen opgegeven. Vanaf dit moment is jouw lichaam niet langer van jezelf, maar van God. Je hebt het levend geofferd, op zijn altaar.
Wat op Gods altaar is gelegd, behoort vanaf dat moment toe aan Hem. Het is niet langer van de persoon die het op het altaar heeft gelegd. Dat is wat God van ons eist: dat we onze lichamen opofferen, precies zoals Jezus deed. Het verschil is dat Jezus zijn lichaam opofferde door zijn dood, terwijl wij worden geacht ons levende lichaam te offeren op Gods altaar. Wij geven ons huidige leven op, onze rechten en onze claims op ons leven.
Dit is voor velen misschien een beangstigend concept, met name in een wereld waarin 'zelfbeschikking' een heersende verworvenheid is. Maar ik wil je vertellen dat het juist heel opwindend en geweldig is om je lichaam aan God over te geven. Hij heeft allerlei ideeën over wat Hij met jou en je lichaam wil doen. Maar Hij zal het je niet vertellen voordat je het aan Hem hebt overgegeven. Je moet eerst je lichaam aan Hem toewijden; dan zal Hij je laten zien wat je ermee moet doen.

Dank U Heer, voor uw bijzondere werk in mij. Ik proclameer dat ik op dit moment mijn levende lichaam op Gods altaar leg. Het is niet meer van mij, maar van God. Mijn Vader heeft mij gemaakt. Amen.