Doe jij al mee met onze cursus: 'Leven in Gods aanwezigheid? Schrijf je nu in!

sluit
Shop Doneer

Persoonlijke vriendschap

Leestijd: 2 min.
Gisteren sloten we af met de ontdekking van Gods antwoord op satans rebellie, dat Hij besloot om een andere, unieke schepping te maken, de mens, Over alle andere scheppingen beschrijft de Bijbel: God sprak en het was er. Met het woord van Zijn mond en Zijn Geest, schiep Hij de hemelruimte, het sterrenleger en alles wat daarin is. Maar deze ene schepping, de mens, was anders dan al het andere.
...toen vormde de Heere God de mens uit het stof van de aardbodem en blies de levensadem in zijn neusgaten; zo werd de mens tot een levend wezen. (Genesis 2:7)
Ik geloof dat dit werkelijk zo gebeurd is, precies zoals het hier beschreven staat. Ik geloof dat God naar de aarde kwam, neerknielde, wat stof nam, dit vermengde met water, dit kneedde tot klei, en vervolgens het meest bijzondere, artistieke meesterwerk maakte dat het universum ooit had waargenomen - een volmaakt lichaam - prachtig, maar levenloos.
En toen boog dit eeuwige wezen - God in persoon - nog lager neer, plaatste Zijn Goddelijke lippen tegen de lippen van klei, en blies de Geest van Leven in het lichaam van klei. De ingeademde Geest van de almachtige God veranderde dat kleien lichaam in een levende persoon - de mens werd een levende ziel.
Genesis 2:7 is de eerste plaats waar het woord Jehovah (of Jahweh) wordt gebruikt. Overal in het eerste hoofdstuk van Genesis wordt simpelweg het woord Elohim gebruikt (wat het woord is voor God). Maar Jehovah is een persoonsnaam, die God identificeert als een Persoon. Op dezelfde manier is Adam ook een persoonsnaam, niet alleen maar een zelfstandig naamwoord voor 'mens'. Dus op dit punt in het verslag van de schepping, ligt de nadruk op persoonlijkheid. Een persoonlijke God schiep een persoonlijk mens met het doel van persoonlijke vriendschap.
Merk ook op dat God neerboog om de mens te scheppen. Hij ging naar beneden, niet omhoog. God deelde Zichzelf mee aan de mens en blies Zijn eigen levensgeest in het lichaam van klei. In zijn wezen combineert de mens dus het allerhoogste element met het allerlaagste: één element is immers van God; en het andere is het stof van de aarde.
Die dualiteit helpt ons misschien begrijpen waarom wij als mensen soms door zulke worstelingen heengaan, als menselijke wezens, geschapen naar het beeld van God. Die hoge, goddelijke elementen in ons wezen komen dan in botsing met de lage, stoffelijke elementen in ons wezen.
Een deel van mij haakt naar de dingen die boven zijn, maar een ander deel van mij wil de dingen van beneden... Eén functie van het Bijbelse scheppingsverhaal is dat ons duidelijk wordt wie wij als mensen zijn, maar ook waarom sommige dingen in ons leven gebeuren. Ik geloof niet dat er ook maar één andere bron bestaat die antwoord geeft op deze vragen. De mens leeft in twee werelden; door zijn geest leeft hij met God; maar met zijn lichaam leeft hij in deze wereld (en heeft hij relatie met deze wereld).

Hemelse Vader, dank U wel voor het volmaakte, volbrachte werk van Uw Zoon, waardoor ik - ondanks de tweeslachtigheid van mijn wezen - mij steeds opnieuw mag richten op de dingen die boven zijn. Ik wil leven voor U en horen bij U! Amen.