Laten we vandaag kijken naar het voorbeeld van Paulus: En opdat ik mij door het allesovertreffende karakter van de openbaringen niet zou verheffen, is mij een doorn in het vlees gegeven, een engel van de satan, om mij met vuisten te slaan, opdat ik mij niet zou verheffen. Hierover heb ik de Heere driemaal gesmeekt dat hij van mij weg zou gaan. Maar Hij heeft tegen mij gezegd: Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht. Daarom zal ik veel liever roemen in mijn zwakheden, opdat de kracht van Christus in mij komt wonen. Daarom heb ik een behagen in zwakheden: in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen, in benauwdheden, om Christus' wil. Want wanneer ik zwak ben, dan ben ik machtig(2 Korinthe 12:7-10). God houdt zo veel van Zijn mensen dat Hij al het mogelijke zal doen om te voorkomen dat ze hoogmoedig worden. Soms zijn de zaken waartegen we bezwaar maken en waarover we ons bij God beklagen, juist bewijzen van Zijn liefde en zorg voor ons. Sommige mensen denken dat de gebeden van een echt geestelijk mens altijd beantwoord worden. Naar die norm gerekend was de apostel Paulus niet zo'n geestelijk mens! Hij bad drie keer, maar ontving geen antwoord. En toen hij uiteindelijk toch een antwoord ontving, was het 'nee'. Sommige mensen realiseren zich te weinig dat 'nee' ook een antwoord is. Als we Gods kracht graag willen ontvangen, moeten we er aan denken dat deze geopenbaard wordt in onze zwakheden. Paulus kwam toen bij een daarom. Waarom zou hij een behagen hebben in zwakheden, in smadelijke behandelingen, in noden, in vervolgingen? Omdat die hem nederig maakten; ze brachten hem lager. In wezen zei hij: 'Elke keer dat ik lager ga, ontvang ik meer van God; als ik zwak ben, dan ben ik machtig; als ik roem in mijn zwakheden, rust de glorie van God op mij. Maar als ik vertrouw op mijn eigen bekwaamheid, intelligentie, ervaring en kracht, dan trekt God Zich terug'. Johannes de Doper vatte dit uitermate beknopt samen in Johannes 3:30. Over zijn relatie tot Jezus, de Messias voor Wie hij gekomen was als wegbereider, zei hij: Hij moet meer worden, ik echter minder. Die simpele verklaring schetst een doorgaand proces: steeds minder van jezelf, zodat Jezus steeds meer wordt. De evangelist Dwight L. Moody zei: Als jongeman stelde ik me voor dat God Zijn gaven op planken bewaarde. Hij meende dat de beste gaven op de bovenste planken lagen, zodat je omhoog moest reiken om ze te pakken. Later zag ik in: de beste gaven liggen op de onderste planken - je moet knielen en buigen om ze te pakken. |