Doe jij al mee met onze cursus: 'Leven in Gods aanwezigheid? Schrijf je nu in!
Antisemitisme en de wederkomst van Jezus
De oorlog die in oktober vorig jaar uitbrak tussen Israël en Hamas had gevolgen voor Joden wereldwijd. In Nederland registreerde het CIDI (Centrum voor Informatie en Documentatie Israël) dat het aantal meldingen van antisemitische incidenten met 800 procent was toegenomen. In Amerika registreerde de Anti-Defamation League een groei van 388 procent; en in Frankrijk was dat 300 procent. Maar antisemitisme staat los van de recente oorlog - dit kwaad heeft oude wortels. In deze studie gaat Derek Prince in op de geestelijke achtergrond.
Door Derek Prince
De diepste haat
Enkele tientallen jaren geleden gaf een Rooms-Katholieke historicus een beknopte, maar levendige samenvatting van 2300 jaar aanhoudend antisemitisme: ‘Antisemitisme is de oudste en diepste haat uit de menselijke geschiedenis. Andere uitbarstingen van geweld en haat hebben die op enig moment in de geschiedenis misschien qua intensiteit overtroffen, maar die zijn allemaal op hun beurt in de vuilnisbak van de geschiedenis terechtgekomen – of beginnen dat nu te doen.’ 1 Welke andere haat heeft eeuwenlang standgehouden en een genocide overleefd die in de drieëntwintigste eeuw van zijn bestaan meer dan zes miljoen slachtoffers heeft geëist, om vervolgens nog steeds springlevend te zijn en in potentie nog vele jaren te kunnen voortduren? Hoe is deze combinatie van eeuwige haat en onderdrukking ontstaan? Wat is het in wezen? Wie of wat was daarvoor verantwoordelijk?
Wat is de oorzaak?
Deze historicus gaf vervolgens zijn eigen verklaringen voor antisemitisme, die weliswaar verhelderend en nuttig waren, maar die naar mijn mening geen adequate verklaring boden.
Door de jaren heen heb ik theologische, sociologische en economische verklaringen voor antisemitisme gehoord. Maar geen enkele leek ooit volledig.In 1946 besprak ik deze kwestie met mijn eerste Hebreeuwse leraar, de heer Ben Zion Segal, die destijds secretaris was van de nieuw opgerichte Hebreeuwse Universiteit – destijds gevestigd op de berg Scopus in Jeruzalem.
Hij meende dat het probleem van het antisemitisme ten diepste sociologisch was: de Joden waren altijd een ‘vreemde’ minderheid met een sterke eigen cultuur, die wezensvreemd was aan de cultuur van de niet-Joodse landen waar ze woonden. Zodra de Joden een eigen staat zouden krijgen – wat twee jaar later gebeurde – zou dit de fundamentele oorzaak van het antisemitisme oplossen, zo was zijn overtuiging.
Ik antwoordde toen: ‘Als de oorzaak van het antisemitisme inderdaad sociologisch is, dan zal de oprichting van een eigen staat het probleem grotendeels oplossen. Maar als het probleem geestelijk is, dan zal de vestiging van een Joodse staat niets oplossen. Sterker nog, dan zal het de uitingen van haat tegen de Joden juist intensiveren, omdat die haat vanaf dat moment één duidelijk mikpunt krijgt: de nieuw gevestigde Joodse staat.’
Ik moet – helaas – constateren dat de geschiedenis me gelijk heeft gegeven. De vestiging van de staat Israël heeft het antisemitisme niet opgelost, maar slechts een andere naam gegeven. Een naam die ‘politiek correcter’ is: antizionisme. Maar hoe het ook wordt genoemd, de agressie tegen Joden is toegenomen. Hoewel ik gelijk had toen ik de fundamentele oorzaak van antisemitisme als geestelijk bestempelde, had ik nog niet de diepste wortel blootgelegd.
De wortel van antisemitisme
Terwijl ik op een dag sprak in onze gemeente in Jeruzalem, hoorde ik mezelf geheel onverwacht zeggen: ‘Antisemitisme kan in één woord worden samengevat: MESSIAS!’
Ik besefte dat het antisemitisme vanaf het begin één bron had: satan. Hij wist dat hij overwonnen zou worden door de Messias, die zou voortkomen uit een volk dat speciaal door God was uitgekozen. Toen zag ik hoe satan door de eeuwen heen onophoudelijk twee dingen probeert: het Joodse volk verleiden tot afgoderij, en als dat niet lukte, hen als natie volledig te vernietigen. Satans pogingen om Israël tot afgoderij te verleiden zijn een terugkerend thema in de geschiedenis van het Joodse volk.
De Bijbel vermeldt ook verschillende belangrijke pogingen van satan om Israël als natie te vernietigen. In Egypte beval farao de moord op alle Joodse jongetjes die geboren werden. Als dit bevel werkelijk zou zijn uitgevoerd, had dat in feite een einde gemaakt aan hun bestaan als volk.
Later kwam Haman heel dicht bij door een decreet uit te vaardigen voor de uitroeiing van alle Joden in het Perzische rijk – wat in de praktijk betekende: alle Joden die in die tijd leefden!
En in de tweede eeuw v. Chr. probeerde de Syrische dictator Antiochus Epifanus de Joden met geweld te dwingen afstand te doen van hun unieke roeping en op te gaan in de heidense, hellenistische cultuur van het Griekse rijk. Alleen het moedige verzet van de Makkabeeën verijdelde deze poging en zorgde ervoor dat er anderhalve eeuw later nog steeds een Joodse natie bestond waarin Jezus als Messias geboren kon worden.
Satans verzet tegen de wederkomst van Christus
Door Zijn offerdood aan het kruis vervulde Jezus het doel waarvoor Hij op aarde kwam. Als vertegenwoordiger van Israël en alle volken op aarde voldeed Hij namens ons aan de voorwaarden van Gods gerechtigheid. Hij weerlegde daarmee alle claims van satan tegen ons en onderwierp satan aan een totale, eeuwige, onherroepelijke nederlaag. De volledige uitwerking van deze nederlaag zal echter pas bij de wederkomst van Jezus worden voltooid.
Satan, die zich misschien wel bewuster is van de Bijbelse profetieën dan menig prediker, beseft dat maar al te goed. Hij weet echter ook dat hij, totdat Jezus terugkeert, ruimte heeft om zijn kwade activiteiten voort te zetten en zichzelf te presenteren als ‘de god van deze eeuw’ (zie 2 Korinthe 4:4).
Er is dan ook één gebeurtenis waar satan banger voor is dan alle andere en waar hij zich met alle mogelijke middelen tegen verzet: de wederkomst van Jezus in macht en glorie om Zijn koninkrijk te vestigen. Dat is het moment waarop Hij satan van de aarde zal verbannen. Het verzet van satan tegen de terugkeer van Jezus is de onzichtbare kracht achter veel van de oorlogen en spanningen in onze tijd.
De rol van de Kerk
In Zijn laatste profetische toespraken in Jeruzalem wees Jezus op twee gebeurtenissen die aan Zijn wederkomst moeten voorafgaan. In Mattheüs 24:14 zei Hij:
En dit Evangelie van het Koninkrijk zal in de heel de wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen.
Tegen het einde van Zijn aardse bediening gaf Jezus Zijn discipelen een duidelijke opdracht:
Ga heen in de heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. (Markus 16:15, zie ook Mattheüs 28:19)
Jezus heeft die opdracht nooit ingetrokken. Ze is nog altijd van kracht. Jezus zal niet terugkomen voordat Zijn discipelen die opdracht hebben uitgevoerd. Daarom zal satan alles doen wat hij kan om christenen af te houden van de uitvoering van deze opdracht. Hoe langer de kerk draalt en afwacht, hoe langer satan zijn vrijheid behoudt. Overigens had Jezus kort daarvoor al tegen de Joden in Jeruzalem gezegd:
Zie, uw huis (dat is de tempel) wordt als een woestenij voor u achtergelaten. Want Ik zeg u: U zult Mij van nu aan niet zien, totdat u zegt: Gezegend is Hij Die komt in de Naam van de HEERE. (Mattheüs 23:38-39
De profetische rol van Israël
De manier waarop de Heer de harten van de Joden hierop zal voorbereiden wordt voorzegd in Zacharia 12:10:
Maar over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik de Geest van de genade en van de gebeden uitstorten. Zij zullen Mij aanschouwen, Die zij doorstoken hebben. Zij zullen over Hem rouw bedrijven, als met de rouwklacht over een enig kind; en zij zullen over Hem bitter klagen, zoals men bitter klaagt over een eerstgeborene.
Zie je dat de Heer in de eerste persoon spreekt, en zegt: ‘Ze zullen Mij aanschouwen, Die zij hebben doorstoken.’ De Heilige Geest zal op bovennatuurlijke wijze in de harten van het Jood
se volk werken en hun een openbaring schenken van hun Messias. Hij zal hen tot berouw brengen dat ze Hem hebben afgewezen en gekruisigd.
Deze beschrijving verwijst specifiek naar ‘het huis van David en de inwoners van Jeruzalem’. De terugkeer van de Joden naar hun eigen land en de stad Jeruzalem is een essentieel onderdeel van Gods voorbereiding op Jezus’ terugkeer. Zolang dit niet plaatsvindt, zal satans nederlaag niet definitief worden uitgevoerd.
Dit is dus de tweede voorwaarde waaraan moet worden voldaan voordat Jezus zal terugkeren: de Joden moeten worden verzameld in hun eigen land en in Jeruzalem; én hun harten moeten voorbereid zijn om Jezus als Messias te erkennen. Net zo zeker als Jezus de eerste keer door de Joden kwam, zo zeker zal Hij ook voor de tweede keer terugkomen tot de Joden.
Politieke aandacht verklaard
Dit inzicht gaf me een totaal nieuw begrip van de wereldwijde verwarring en chaos rondom de situatie in Israël. Wat zou anders kunnen verklaren dat de wereldpers, de Verenigde Naties en de machtigste regeringen van de aarde bijna dagelijks aandacht hebben voor dit hele kleine strookje land ten oosten van de Middellandse Zee, met maar zo’n negen miljoen inwoners, in een gebied half zo groot als Nederland?
Er is geen normale, politieke verklaring te vinden voor zoveel aandacht van de wereldmachten voor een land en volk dat in andere omstandigheden nauwelijks zou worden opgemerkt. De verklaring ligt in het geestelijke plan van God en de pogingen van satan om dit te vertragen.
Ik zag toen ook de openbaring van Joël 3:1-2 in een nieuw licht. Daar staat dat God in het einde van de tijd recht zal spreken over alle landen, op basis van hun houding tegenover de terugkeer van het volk Israël in zijn eigen land:
Want zie, in die dagen en in die tijd, als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem, zal Ik alle heidenvolken bijeenbrengen en hen doen afdalen naar het dal van Josafat. Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren, vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israël, dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben. Mijn land hebben zij verdeeld.
Ben je betrokken?
De betekenis van deze openbaring is verstrekkend en beangstigend. Onze houding ten aanzien van Jezus’ wederkomst wordt duidelijk uit twee dingen:
Onze betrokkenheid bij wereldwijde zending, en onze zorg voor de terugkeer van de Joden in hun eigen land. Als we onverschillig staan tegenover wereldzending, dan staan we eigenlijk – al dan niet onbewust – onverschillig tegenover de wederkomst van Jezus.
Er zijn veel christenen die misschien met de lippen nog wel beamen dat wereldzending belangrijk is, maar die blind zijn voor het belang van Israëls herstel. Toch zijn het allebei hoofdthema’s van de Bijbelse profetieën en van Jezus’ eigen onderwijs. Het herstel van Israël is niet zomaar een theologische of intellectuele discussie. Ten diepste is het een geestelijke zaak. De geest die zich verzet tegen Israëls herstel, is de geest die de wederkomst van Jezus probeert tegen te houden. Hij gebruikte allerlei vermommingen, maar is uiteindelijk de geest van satan zelf.
Geconfronteerd met deze duidelijke, Bijbelse feiten, moeten wij onszelf dan ook de dringende vraag stellen: ben ik oprecht betrokken bij onze opdracht tot wereldzending én bij het herstel van Israël als natie?
Het antwoord laat onze werkelijke houding zien ten aanzien van Jezus’ wederkomst.