Al ging ik ook door een dal van de schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij (vers 4, HSV).
Er zijn momenten in ons leven dat we inderdaad door een dal van de schaduw van de dood gaan. Ik denk dat dat niet alleen zo is wanneer we persoonlijk de dood in de ogen kijken, maar er kunnen ook andere momenten zijn dat we door diepe duisternis heengaan. Alles lijkt in te storten of af te brokkelen, alles gaat verkeerd, we weten niet meer wat we moeten doen. Wie kunnen we nog vertrouwen? De spanning wordt steeds groter, maar net als David kunnen we zeggen: ''Zelfs midden in dit dal, vrees ik het kwade niet, want U bent bij mij." We mogen zeker zijn van Jahweh's voortdurende aanwezigheid. David gaat verder:Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. Dit heeft een tweevoudige betekenis. De stok staat voor discipline, de staf - waarop we steun vinden - is de troost. Soms willen we wel de staf, maar niet de stok. Maar zoals je ziet, komt de stok eerst. Als we Gods discipline in ons leven aanvaarden, dan komt zijn troost voor ons beschikbaar. Zelfs te midden van een dal, waar het donker en eenzaam kan zijn.
Ooit lag ik een heel jaar lang in het ziekenhuis met een ziekte die de dokters blijkbaar niet konden genezen. Geloof me, dat was een donker, lang, eenzaam dal. Maar de Heer was al die tijd bij me en bracht me er weer uit, sterker dan ik daarvoor ooit was geweest. Toen heb ik echt geleerd dat de Heer mijn herder is. Vers 5 zegt:
U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand, u zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.
Wat ik echt als een bijzondere zegen ervaar, is dat we zegeningen ontvangen in de aanwezigheid van onze vijanden. Precies op het moment dat alles en iedereen tegen ons lijkt te zijn, voorziet God beter dan ooit. Hij bereidt een feestmaal voor en dekt voor ons de tafel. En daar zijn onze geestelijke vijanden (bedenk: het gaat hier niet om mensen!) als wolven in het duister, afgeschrikt door het licht van het kampvuur, rondsluipend, maar bang om in het licht te komen. En daar voorziet God in het beste. Een feestmaal mogen ontvangen van de Heer is natuurlijk altijd en overal geweldig, maar het is nog beter wanneer dat gebeurt voor het oog van onze vijanden die geprobeerd hebben ons juist te beroven van onze blijdschap, onze vrede en onze zegen. En wat is het dan goed om te weten dat ze je niets kunnen doen...! Je bent veilig, zelfs in de aanwezigheid van je vijanden, want de Heer is er. Hij is je herder. Dan zegt David: U zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over. We hebben niet alleen maar genoeg voor onszelf, we hebben ook genoeg om met anderen te delen en de zegen door te geven.