Het is belangrijk dat we bij God komen zonder gevoelens van schuld en veroordeling; met andere woorden: vrijmoedig. Want: Had ik in mijn hart onrecht op het oog gehad, de Heere zou mij niet hebben gehoord. (Psalm 66:18) Als ik in mijn hart ongerechtigheid koester, dan kom ik dus tot God met een bewustheid van iets dat mij veroordeelt. Iedere keer dat ik probeer in geloof tot God te komen, herinnert satan me weer aan iets dat niet goed zit en waar niet mee is afgerekend - misschien een onbeleden zonde, of een beleden zonde die nog nazeurt omdat ik nog geen volledige vergeving heb ontvangen door twijfel of ongeloof. Daarom ben ik voortdurend met dit stuk onrecht in mijn hart bezig. En als ik tot God kom met veroordeling in mijn hart, ontvang ik niet waarvoor ik bid. Daarom moet ik die bewustheid van zonde uit mijn hart verwijderen. Dit kan door geloof. In de Bijbel staat: Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.(1 Johannes 1:9) We kunnen met onze zonden niets anders doen dan ze belijden, ons ervan bekeren en God vertrouwen dat Hij ons vergeeft en reinigt zoals Hij heeft beloofd. Daarna moeten we ons niet meer druk maken om die zonde. Helaas zijn er vele, vele christenen die, ondanks dat ze hun zonden hebben beleden en vergeven zijn, toch nog onder schuld blijven zitten. Maar in Psalm 66 staat dat als je je daar druk om blijft maken, God onze gebeden niet zal horen. De psalmist gaat gelukkig verder: Maar zeker, God heeft naar mij geluisterd (vers 19). De dichter stijgt uit boven satans poging om hem te veroordelen en zegt: God heeft naar me geluisterd. Waarom hoort God ons? Omdat we in de naam van Jezus tot Hem komen. Met lofprijs en dankbaarheid voor Jezus' offer aan het kruis, waar Hij alles gedragen heeft, komen we bij de troon van genade. Daarom worden we niet veroordeeld. |