Regeren als koningen en priesters
Onze bestemming in God is de troon. In de Bijbel worden wij ‘koningen’ genoemd. De taak van koningen is om te regeren. Onze taak als gelovigen is dus om, samen met Jezus, te regeren. Dat doen we niet op een aardse manier, maar op een hemelse manier.
Bestemd voor de troon
In mijn vorige onderwijsbrief sprak ik over hoe we als gelovigen in Jezus Christus bestemd zijn voor de troon. Door Gods grote liefde voor ons, heeft Hij ons met Christus levend gemaakt en met Hem in de hemelse gewesten gezet. (Zie o.a. Efeziërs 2:4-6.) Het is Gods bedoeling dat wij samen met Jezus als koningen regeren. In mijn vorige brief hebben we de theoretische basis besproken. In deze onderwijsbrief kijken we naar de praktische kant en zullen we bestuderen hoe wij als koningen met Christus regeren.
Een koninkrijk van priesters
De sleutel hiervoor ligt in de koppeling die we op verschillende plekken in de Bijbel terugzien tussen ons koningschap en priesterschap. We zagen dit al bij Mozes, en in 1 Petrus 2:9, waar Petrus uit Exodus 19 citeert, maar het toepast op de gelovigen van het Nieuwe Testament:
Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht...
Ook in Openbaring 1:5-6 lezen we dit terug, te beginnen in het midden van vers 5:
(Van) Hem Die ons heeft liefgehad en ons van onze zonden gewassen heeft in Zijn bloed, en Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader...
We moeten dus niet slechts koningen zijn, we moeten een koninkrijk van priesters zijn. De enige mensen die in aanmerking komen om in het koninkrijk te zijn, zijn
priesters. Het is immers een koninkrijk van priesters. Als ik het had over een vereniging van botanisten, zou je een botanicus moeten zijn om in die vereniging te zitten. Anders zou je niet in aanmerking komen. Of als ik het had over een ras van reuzen, zou je een reus moeten zijn om bij dat ras te horen. Als we praten over een koninkrijk van priesters, wat moet je dan zijn om tot dat koninkrijk te behoren? Precies, een priester.
De taak van de priester
Veel mensen weten wat de taak van een koning is, maar slechts weinig mensen weten wat de taak van een priester is. Er is een sleutelwoord dat het priesterambt onderscheidt van andere ambten. Dat sleutelwoord is opoffering. De enige mensen die in de Bijbel het recht hebben om een offer aan God te brengen, zijn priesters. Dit is dus heel praktisch. Als we gaan regeren, moeten we eerst leren om offers te brengen. En als we niet leren om offers te brengen, komen we niet in aanmerking voor het koninklijke ambt.
Als we teruggaan naar 1 Petrus 2, dan zien we dat Petrus in vers 5 tot de gelovigen in Jezus zegt:
...dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus.
Als je een priester bent, dan is het de bedoeling dat je offers brengt. Waarom zegt Petrus ‘geestelijke offers’? Waar stelt hij die tegenover? Hij stelt deze geestelijke offers tegenover de offers in het Oude Testament, waar men fysieke offers bracht, de lichamen van dieren. Dat waren Levitische priesters. Wij zijn geen Levitische priesters. Wij bieden geestelijke offers aan.
Jezus’ priesterschap als voorbeeld
Nu is Jezus voor ons het grote voorbeeld van onze priesterlijke bediening. In Hebreeën 5:1 staat:
Want elke hogepriester die uit de mensen wordt genomen, is ten dienste van mensen aangesteld met het oog op de dingen die bij God te doen zijn, om gaven en offers te brengen vanwege de zonden.
En als we dit op Jezus toepassen, gaat de schrijver verder in vers 7 van Hebreeën 5, waar hij beschrijft welke offers Jezus heeft gebracht.
In de dagen dat Hij op aarde was, heeft Hij met luid geroep en onder tranen gebeden en smeekbeden geofferd aan Hem Die Hem uit de dood kon verlossen. En Hij is uit de angst verhoord.
Zijn offergave was om de offers van het gebed aan te bieden terwijl Hij op aarde was.
Toen kwam de tijd dat Hij zichzelf aanbood. We lezen bijvoorbeeld in Hebreeën 7:26-27:
Want zo’n Hogepriester hadden wij nodig: heilig, onschuldig, onbesmet, afgescheiden van de zondaars en boven de hemelen verheven. Hij heeft het niet nodig, zoals de (Levitische) hogepriesters, elke dag eerst voor zijn eigen zonden slachtoffers te brengen en pas daarna voor die van het volk. Want dat heeft Hij eens en voor altijd gedaan, toen Hij Zichzelf offerde.
Aan het kruis was Hij de priester en was Hij het offer. Hij offerde zichzelf op. Hebreeën 9:14 keert terug naar dat thema:
...hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen!
''Als je berouw hebt, terugkeert naar Jezus en je lichaam op het altaar plaatst, wordt je lichaam geheiligd"
Merk op dat Jezus het deed door de Heilige Geest. De Zoon heeft zichzelf door de Geest aan de Vader geofferd. Dit was het hoogtepunt van Zijn aardse priesterambt, dat Hij zichzelf aanbood. Hij was de priester en Hij was ook het offer.
In de eeuwigheid dient Hij nog steeds als priester. In Hebreeën 7:24, zegt de schrijver over Jezus:
...maar Hij, omdat Hij blijft tot in eeuwigheid, heeft een Priesterschap dat niet op anderen overgaat. Daarom kan Hij ook volkomen zalig maken wie door Hem tot God gaan, omdat Hij altijd leeft om voor hen te pleiten.
Dus wat is Jezus’ priesterambt in de hemel? Hij pleit en doet voorbede voor ons. Hier hebben we Jezus, de voorbeeldhogepriester. Op aarde offerde Hij gebeden en schreeuwde Hij het uit tot God. Aan het kruis offerde Hij zichzelf. En in de eeuwigheid biedt Hij voorbede aan. Daarin is Jezus ons voorbeeld. We zijn geroepen tot dezelfde bediening: (1) tot gebed, (2) tot het offeren van onszelf, en (3) tot een bediening van voortdurende
1. Lofprijs en dankzegging offeren
De gebedsbediening brengen we onder andere in praktijk met onze lofprijs en dankzegging:
Laten wij dan altijd door Hem een lofoffer brengen aan God, namelijk de vrucht van lippen die Zijn Naam belijden. En vergeet het weldoen en het onderlinge hulpbetoon niet, want aan zulke offers heeft God een welgevallen.
(Hebreeën 13:15-16)
Dus met onze lippen die Zijn Naam belijden, brengen wij offers.
2. Ons eigen lichaam offeren
Wij worden ook opgeroepen om, net als Jezus, het offer van ons eigen lichaam te brengen. Heel veel christenen hebben dit nooit gezien, maar in Romeinen 12:1 schrijft Paulus:
Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst.
In de Engelse vertaling die ik gebruik, staat letterlijk vertaald: Ik smeek u daarom, broeders... Zo belangrijk vindt Paulus dit.
Wat is dan het offer dat God daar nodig heeft? Precies hetzelfde als dat van Jezus, dat we ons lichaam aan Hem wijden en in Zijn dienst stellen (NBV). Ons lichaam wordt heilig als het op het altaar van dienst aan God wordt gelegd.
Het is heel belangrijk om te begrijpen hoe je een heilig lichaam kunt hebben. Weet je hoe jouw lichaam geheiligd kan worden?
Jezus sprak met de Joodse priesters in Mattheüs 19:26 en zij zeiden: Als je bij het altaar zweert, ben je niet gebonden. Maar als je bij het offer op het altaar zweert, ben je gebonden, je moet het houden. Dat was belachelijk en Jezus sprak hen erop aan. Hij zei vrij vertaald: Hoe dom kun je zijn? Wat is belangrijker? Het offer, of het altaar dat het offer dat erop ligt heiligt? Dus zie je, het altaar heiligt wat er op geplaatst is. Als je je lichaam op het altaar van God plaatst in een offerande, heiligt dat je lichaam.
Dat is heel belangrijk omdat velen van ons op verschillende manieren hun lichaam hebben verontreinigd in het leven van de zonde. Vandaag de dag zijn er miljoenen mensen die hun lichaam hebben verontreinigd door verkeerde seks, drugs, enzovoort. Het is een prachtige openbaring dat als je berouw hebt en terugkeert naar Jezus, je een heilig lichaam kunt hebben. Want als je het op het altaar plaatst, heiligt het altaar de gave.
3. Voortdurende voorbede offeren
Ten derde roept God ons op tot een voortdurende bediening van voorbede. Ik geloof dat aanbidding en voorbede misschien wel de twee hoogste bedieningen zijn waar christenen toe in staat zijn. Het woord intercessie betekent letterlijk ‘tussenbeide komen’. Met voorbede staan we op de bres voor iemand anders. We bemiddelen als het ware tussen God en hen. Het is totaal onzelfzuchtig. Het is de plek waar we bevrijd worden van ons egoïsme. Je hebt waarschijnlijk het typische gebed van het gemiddelde kerklid weleens als volgt horen beschrijven: ‘God, zegen mij en mijn vrouw. Zegen mijn zoon John en zijn vrouw. Zegen ons vieren, dat is genoeg. Amen.’ Dat is geen voorbede...
Nu is Jezus de perfecte bemiddelaar. Maar, zoals alles, wil Hij met ons delen. Dus voorbede is niet denken aan wat je moet bidden, voorbede is jezelf openstellen voor de Heer door de Heilige Geest en Hem Zijn last met je laten delen. En bij ware voorbede is ‘last’ een hele goede omschrijving. God legt een last op mensen.
Ooit bezochten we een kerk en hadden we als gemeente een ontmoeting met God. In de eerste plaats riep God ons op tot verootmoediging en bekering.
Dat ging dagenlang door, en we brachten het grootste deel van onze tijd door met onze gezichten op de grond. Ik leerde de geur van het tapijt in die kerk heel goed
kennen; ik had mijn neus zo lang zo dicht bij het tapijt! Prijs God dat het een redelijk schoon tapijt was!
Vervolgens begon God geleidelijk een bediening van voorbede te geven. En Hij koos de meest onwaarschijnlijke mensen. Niet altijd degenen die je als supergeestelijke mensen zou beschouwen. Er was daar een jongeman. God deed iets in hem. Dagenlang hoorde je hem niet, en dan opende hij plotseling zijn mond en bad hij minstens een half uur door. Ik herinner me dat hij op een ochtend bad voor de mensen in de Sovjet Unie alsof zijn hart zou breken. Ik betwijfel of hij de Sovjet Unie echt op de kaart kon vinden, maar hij ontving deze bovennatuurlijke last. Hij bad voor de KGB, de geheime politie, voor velen van hen om zich te bekeren. We wisten dat de KGB vrij regelmatig naar de christelijke radio luisterde!
Heel kort daarna, binnen twee weken, vond de kernramp in Tsjernobyl plaats. De Heilige Geest wist wat er zou gaan gebeuren...
Voorbede is dus zo verwant zijn aan Jezus dat Hij Zijn lasten met jou kan delen. En het is soeverein. Hij legt een last op je voor een persoon, voor een land, voor een kerk, voor een christelijke leider. Je moet extreem gevoelig zijn. Het is geen kwestie van ‘Heer, ik zal bidden op het moment dat het uitkomt.’ Nee, zoals in oude liederen wordt gezongen: ‘Elke keer als ik de Geest voel bewegen, ga ik bidden.’ Dat is de voorbidder. Wie weet ben je net de lunch aan het klaarmaken, maar moet je stoppen. Je moet op je gezicht gaan liggen en bidden. En wie weet hoe lang dat duurt?
Het priesterschap leren
Wanneer we leren om te bidden - en dat betekent lof, dankzegging, voorbede, aanbidding, het hele priesterambt - kunnen we, met Christus, gaan regeren. Mensen die het priesterschap niet leren uitoefenen, komen nooit in aanmerking om koningen te zijn. Het zijn potentiële koningen, maar het ontwikkelt zich niet.